ECLI:NL:RBDHA:2024:22005
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure tegen de minister van Asiel en Migratie
Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een verzoek om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen, wat betekent dat de verzoeker in het gelijk is gesteld. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister aan de verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag van de verzoeker, die op 1 juni 2023 was ingediend. De veroordeling van de minister in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en de rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50. Dit bedrag is gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt voor het indienen van het beroepschrift is toegekend, met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor van 0,5. De uitspraak is gedaan door rechter A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier B.A. Smit, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.