ECLI:NL:RBDHA:2024:22046

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
NL24.27881 en NL24.27882
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Senegalese eiseres met vrees voor gedwongen uithuwelijking en vrouwenbesnijdenis

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres, van Senegalese nationaliteit, heeft op 23 juni 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie op 4 juli 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 8 augustus 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.

Eiseres stelt dat zij gedwongen uitgehuwelijkt zal worden en dat zij vreest voor vrouwenbesnijdenis, wat gebruikelijk is binnen haar bevolkingsgroep, de Mandingo. De rechtbank oordeelt dat de identiteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de vrees voor vervolging niet aannemelijk is gemaakt. De rechtbank stelt vast dat Senegal als veilig land van herkomst wordt beschouwd en dat eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat zij geen bescherming kan krijgen van de Senegalese autoriteiten. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de vrees voor besnijdenis niet aannemelijk is, gezien de leeftijd van eiseres en de wettelijke verbod op vrouwenbesnijdenis in Senegal.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.27881 en NL24.27882
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres/verzoekster (hierna: eiseres)

(gemachtigde: mr. M.J.A. Rinkes),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. A.E. van Midden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag en beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek van eiseres om een voorlopige voorziening. Eiseres heeft op 23 juni 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 4 juli 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. [1]
1.1.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op
8 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, B.J. Kane als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres stelt van Senegalese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op
[geboortedag] 1994. Eiseres legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij gedwongen uitgehuwelijkt werd door haar stiefmoeder. Bij terugkeer vreest eiseres alsnog uitgehuwelijkt te worden en dat zij daaraan voorafgaand gedwongen besneden zal worden omdat dit gebruikelijk is binnen haar bevolkingsgroep, de Mandingo.
2.1.
Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • nationaliteit, identiteit en herkomst;
  • problemen omtrent stiefmoeder.
2.2.
Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. De problemen die eiseres heeft ondervonden met haar stiefmoeder vindt verweerder ook geloofwaardig. Op grond van deze problemen heeft eiseres volgens verweerder echter niet te vrezen voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag [2] of loopt zij een reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM. [3] Eiseres is namelijk afkomstig uit een veilig land van herkomst waardoor verweerder ervan uit kan gaan dat zij de bescherming kan inroepen van de Senegalese autoriteiten.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Onder verwijzing naar twee brieven van VluchtelingenWerk Nederland (VWN) van 25 juni 2024 en verschillende rapporten die daarbij als bijlages zijn bijgevoegd [4] , heeft eiseres namelijk wel degelijk voldoende onderbouwd dat de Senegalese autoriteiten geen effectieve bescherming bieden tegen gedwongen uithuwelijking en vrouwenbesnijdenis. Uit deze openbare landeninformatie volgt namelijk dat beperkte vervolging van vrouwenbesnijdenis plaatsvindt en dat lokale autoriteiten niet op de hoogte zijn van het bestaan van een verbod op vrouwenbesnijdenis. Verder wijst verweerder er ten onrechte op dat effectieve bescherming aanwezig is omdat Ngo’s actief zijn in Senegal die zich inzetten tegen vrouwenbesnijdenis. Deze Ngo’s geven namelijk voorlichting en bieden materiële hulp. De stelling van verweerder dat eiseres eerst een poging zou moeten doen om bescherming te vragen bij de Senegalese autoriteiten is nergens op gebaseerd. Het standpunt van verweerder dat eiseres het risico op besnijdenis niet aannemelijk heeft gemaakt is daarom onvoldoende gemotiveerd. Eiseres heeft daarbij verwezen naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle, van 21 november 2017. [5]
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Zorgvuldigheid
4. Voor zover eiseres ter zitting heeft willen aanvoeren dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader en dat verweerder een Medifirst advies had moeten opvragen, wordt dit niet gevolgd door de rechtbank. Verweerder heeft er namelijk terecht op gewezen dat in het geval van een veilig land van herkomst geen Medifirst advies wordt opgevraagd voorafgaand aan het gehoor. [6] Uit het rapport van het gehoor blijkt bovendien dat eiseres de tolk goed heeft kunnen verstaan en dat eiseres de gelegenheid is geboden over al haar redenen van vertrek te verklaren. Dat uit het gehoor niet naar voren is gekomen dat eiseres te vrezen heeft voor besnijdenis kan verweerder daarom niet verweten worden. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand is gekomen. Overigens heeft eiseres ook niet toegelicht waarom zij in haar belangen zou zijn geschaad, nu verweerder de vrees voor besnijdenis wel degelijk heeft beoordeeld in het bestreden besluit. Ook om die reden kan deze beroepsgrond niet slagen.
Veilig land herkomst
5. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat Senegal in zijn algemeenheid als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Wel in geschil is de vraag of Senegal voor eiseres als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
5.1.
De rechtbank stelt voorop dat nu verweerder Senegal als veilig land van herkomst heeft aangemerkt, sprake is van een algemeen rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Senegal geen bescherming nodig hebben. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat Senegal in haar specifieke omstandigheden niet veilig is. Wegens dit rechtsvermoeden geldt daarbij een hoge drempel. Dit laat onverlet dat verweerder wat eiseres aanvoert over haar specifieke individuele omstandigheden zal moeten onderzoeken en zal moeten motiveren of dit er al dan niet toe leidt dat Senegal voor eiseres niet veilig is
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht en voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat Senegal voor eiseres als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in verband met de vrees voor de gedwongen uithuwelijking en gedwongen besnijdenis geen hulp en bescherming van de Senegalese autoriteiten kan krijgen. Verweerder heeft hierbij kunnen betrekken dat vrouwenbesnijdenis in Senegal bij wet verboden is. Daarom mag van eiseres worden verwacht dat zij zich voor hulp en bescherming tot de Senegalese autoriteiten wendt. Uit het gehoor van eiseres volgt dat zij dit niet heeft gedaan. [7] Verweerder heeft dit van belang mogen vinden, nu eiseres aannemelijk moet maken dat het vragen van bescherming voor haar niet mogelijk is of bij voorbaat zinloos. Met de door haar overgelegde stukken heeft eiseres dit niet aannemelijk gemaakt, nu hieruit volgt dat, hoewel zeer beperkt, er voorbeelden zijn dat vervolging door de autoriteiten plaatsvindt. [8] Eiseres heeft er verder op gewezen dat sociale druk en stigma’s een rol spelen bij het doen van aangifte. [9] Dit is echter onvoldoende om tot het oordeel te komen dat die mogelijkheid tot het vragen van bescherming niet bestaat of dat dat bij voorbaat zinloos is. Dat de lokale autoriteiten vaak niet op de hoogte zouden zijn van het verbod op vrouwenbesnijdenis, leidt ook niet tot een ander oordeel. Te meer niet, nu uit de overgelegde stukken volgt dat de Senegalese overheid campagne voert tegen vrouwenbesnijdenis. [10] Nu verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat de Senegalese autoriteiten effectieve bescherming bieden, doet de stelling van eiseres dat Ngo’s alleen materiële hulp bieden niet aan het voorgaande af.
Vrees bij terugkeer
5.3.
Verweerder heeft zich daarnaast ten overvloede op goede gronden op het standpunt gesteld dat de vrees voor besnijdenis niet aannemelijk is nu uit de overgelegde landeninformatie volgt dat besnijdenis meestal plaatsvindt voor het tiende levensjaar, respectievelijk het vijftiende levensjaar en eiseres inmiddels dertig jaar oud is. Eiseres heeft deze informatie en dit standpunt van verweerder niet weersproken. Het beroep van eiseres op de uitspraak van deze rechtbank, Zwolle, kan dan ook niet slagen nu de vreemdeling in die zaak haar vrees voor besnijdenis wel aannemelijk had gemaakt.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder de aanvraag op goede gronden en deugdelijk gemotiveerd heeft afgewezen als kennelijk ongegrond.
7. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
8. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Smeets, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.J. Yilmaz, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b en d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
3.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
4.Zie onder andere het rapport van 28 Too Many ‘Senegal: The Law and FGM’ van augustus 2018, het rapport van USDOS ‘2023 Country Report on Human Rights Practices: Senegal’ van 23 april 2024 en het rapport van het Norwegian Country of Origin Information Centre ‘Senegal: Kjønnslemlestelse (FGM)’ van 12 februari 2021.
5.AWB 16/15211.
6.Op grond van artikel 3.109ca, eerste lid, onder c van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) en in samenhang met artikel 3.109, vijfde lid, van het Vb 2000.
7.Zie pagina 8 van het rapport van het gehoor veilig land van herkomst.
8.Zie het rapport van 28 Too Many, ‘Senegal: The Law and FGM’ van augustus 2018.
9.Zie het rapport van het Office Francais de Protection deRéfugiés et Apatrides (OFPRA). ‘Les mutilations sexuelles féminines (MSF)’, van maart 2019, pagina 9.
10.Zie onder andere het rapport van Freedom House, ‘Freedom in the World 2023 – Senegal’ van maart 2023.