Op 3 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2018, momenteel bij pleegouders woont en dat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige kan niet bij hen wonen vanwege een complexe onderlinge verstandhouding. De kinderrechter heeft eerder, op 28 november 2023, de ondertoezichtstelling verlengd tot 6 december 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing voor dezelfde duur verleend. De gecertificeerde instelling heeft nu verzocht om een verlenging van deze maatregelen voor een jaar, omdat de ouders en pleegouders niet in staat zijn om samen te werken in het belang van de minderjarige. De kinderrechter heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de ouders en pleegouders niet aanwezig waren, maar wel correct waren opgeroepen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, en heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.