Op 3 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden als gecertificeerde instelling en de moeder van de minderjarige, die bijgestaan werd door haar advocaat, mr. L.E. Vries. De kinderrechter heeft de procedure op basis van een verzoekschrift van de gecertificeerde instelling beoordeeld, waarbij de zitting met gesloten deuren plaatsvond. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en de aanwezigen hebben kunnen reageren op zijn verklaring. De minderjarige verblijft momenteel bij tante [naam 3] en oom [naam 4], na eerder bij andere familieleden te hebben gewoond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, gezien de onrustige situatie en de zorgen over zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 13 december 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 13 juni 2025, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De kinderrechter heeft benadrukt dat de gecertificeerde instelling de ontwikkeling van de minderjarige moet blijven volgen en de thuisplaatsing moet monitoren. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.