ECLI:NL:RBDHA:2024:22455
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kort geding over huurachterstand en ontruiming van een horecapand in Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter te Den Haag op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting [bedrijfsnaam 1] (eisende partij) en de besloten vennootschap [bedrijfsnaam 2] B.V. (gedaagde partij). De eisende partij vorderde ontruiming van het gehuurde pand wegens huurachterstand en andere contractuele verplichtingen. De gedaagde partij had een huurachterstand opgebouwd van € 16.013,36 en had nagelaten om de servicekosten volledig te voldoen. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de eisende partij, aangezien de huurachterstand bleef oplopen en er sprake was van overlast en vandalisme in het gehuurde. De rechter wees de vorderingen van de eisende partij toe, waaronder de ontruiming van het pand binnen drie dagen na betekening van het vonnis, en diverse geldbedragen ter compensatie van de huurachterstand, boetes en proceskosten. De rechter concludeerde dat de gedaagde partij in gebreke was gebleven en dat de huurovereenkomst in een eventuele bodemprocedure waarschijnlijk zou worden ontbonden. De kantonrechter heeft de gedaagde partij ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eisende partij.