ECLI:NL:RBDHA:2024:22663
Rechtbank Den Haag
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslissing over beklag ex artikel 552a Sv naar aanleiding van Europees Onderzoeksbevel
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 29 februari 2024 uitspraak gedaan over een beklag ex artikel 552a juncto artikel 5.4.10 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van een klager, geboren in 1993 te Suriname. De klager had op 12 januari 2024 een beklag ingediend na de inbeslagname van twee Apple iPhones op 25 december 2023, in het kader van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) van de Belgische autoriteiten. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het klaagschrift beoordeeld en vastgesteld dat de klager tijdig op de hoogte was gesteld van zijn recht om beklag in te dienen. De officier van justitie heeft het beklag ongegrond verklaard, stellende dat het Belgische onderzoeksbelang zich verzet tegen teruggave van de telefoons. De rechtbank heeft de bevoegdheid om het beklag te behandelen bevestigd en geconcludeerd dat er geen weigeringsgronden zijn voor de uitvoering van het EOB. De rechtbank heeft uiteindelijk het beklag ongegrond verklaard, omdat de Belgische autoriteiten niet hebben aangegeven af te zien van het beslag en er een voortdurend belang van strafvordering is. De rechtbank merkte op dat de wettelijke termijn voor het uitbrengen van de beschikking was overschreden, maar dit had geen gevolgen voor de beoordeling van het beklag.