10.2Ten aanzien van deze beoordeling is de rechtbank van oordeel dat de minister mocht tegenwerpen dat er sprake is van tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiseres en dat eiseres pas verklaard dat ze
'alles heeft verteld over haar familie'toen ze werd geconfronteerd met de vraag hoe [naam] kon weten wie haar vader was en waar hij woonde.7 De minister kon dit tegenstrijdig achten met haar verklaring van daarvoor, waarin eiseres op de vraag wat ze aan [naam] heeft verteld over zichzelf verklaarde:
'Ik heb alleen mijn naam aan haar gegeven, (. ..)'.8 Vervolgens werd aan eiseres gevraagd of ze verder nog persoonlijke informatie aan [naam] had gegeven waarop eiseres heeft geantwoord:
'Ze vroeg waar ik vandaan kwam en dat heb ik haar verteld Ze wilde alleen weten waar ik vandaan kwam'.9 De minister mocht aan de hand van deze verklaringen concluderen dat deze tegenstrijdig zijn met de verklaring
'Eigenlijk heb ik haar alles verteld over mijn familie'.De beroepsgrond slaagt daarom niet.
Risico op represailles voor slachtoffers van mensenhandel
11. Zoals in rechtsoverweging 6 is overwogen, neemt de rechtbank de Nigeriaanse herkomst van eiseres, het feit dat zij het slachtoffer is van mensenhandel en het bestaan van een, door eiseres te betalen, restschuld als uitgangspunt. Dit laat onverlet dat de minister naar het oordeel van de rechtbank de verklaringen over het redden van haar vader, het niet kunnen betreden van de nieuwe asielopvang na overplaatsing in Duitsland en terugkeer naar het bordeel na de eerste ontsnapping onlogisch mocht achten. Ditzelfde geldt voor de verklaringen over de telefonische bedreigingen die twee jaar na de tweede ontsnapping van eiseres uit het bordeel begonnen zouden zijn. Deze bedreigingen liggen niet voor de hand. Dat eiseres haar vader in gevaar bracht door nogmaals (voor de tweede keer) te ontsnappen wordt door de minister niet ten onrechte onlogisch geacht en dit rijmt niet met de eerdere verklaring van eiseres.
7 rapport Nader gehoor, p. 33.
8 rapport Nader gehoor, p. 30.
9 rapport Nader gehoor, p. 31.
l l. l Als vaststaand wordt aangenomen dat eiseres van Nigeriaanse afkomst is, slachtoffer is van mensenhandel en nog een (gedeeltelijke) restschuld heeft te voldoen. Op 23 november 2023 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) uitspraak10 gedaan over het risico op represailles dat slachtoffers van mensenhandel lopen bij terugkeer naar Nigeria. Na deze Afdelingsuitspraak ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of het Ambtsbericht uit januari 202311 zo worden gelezen moet dat alle terugkerende slachtoffers van mensenhandel in Nigeria het risico lopen op represailles.
l l .2 De minister beantwoordt deze vraag in het verweerschrift van l l april 2024, bevestigend. Dit volgt uit een aanvullende toelichting op het Algemeen Ambtsbericht van januari 2023, welke toelichting door het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 21 maart 202412 aan het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT) van de minister is toegezonden. Uit deze (aanvullende) landeninformatie blijkt dat ieder slachtoffer van mensenhandel dat terugkeert naar Nigeria risico (d.w.z.: een kans) loopt om slachtoffer te worden van represailles. Er zijn twee soorten aanleidingen voor represailles: openstaande schulden en het voorkomen dat het slachtoffer meewerkt aan de strafrechtelijke vervolging van de mensenhandelaar. Niet ieder slachtoffer loopt een reëel risico, de mate waarin iemand risico loopt is afhankelijk van diverse omstandigheden.
l l .3 Eiseres heeft de bevindingen van de minister op dit punt niet betwist. Daarnaast heeft de minister zich op het standpunt mogen stellen, zoals hiervoor overwogen, dat eiseres niet geloofwaardig heeft verklaard over [naam] waardoor niet aannemelijk is dat eiseres represailles vreest.
l l .4 Op de zitting heeft eiseres echter verklaard dat [naam] ook na 2020, terwijl zij al in Nederland verbleef, geprobeerd heeft met haar in contact te komen. Dit gebeurde onder andere door personen die zich als politieagent voordeden. Dit heeft ertoe geleid dat, zo verklaart eiseres, zij naar een ander AZC is overgeplaatst om ontdekking te vermijden.
l l .5 De rechtbank moet bij de beoordeling van het beroep rekening te houden met feiten en omstandigheden13 die na het bestreden besluit zijn aangevoerd. Over de verklaringen van eiseres op de zitting overweegt de rechtbank dat deze vaag en weinig specifiek zijn. Ook levert eiseres geen (begin van) bewijs voor haar stelling dat [naam] ook na 2020 geprobeerd heeft om met haar in contact te komen.
l l.6 De rechtbank stelt vast dat de minister de bevindingen in de brief aan TOELT van 21 maart 2024 niet betwist. In het licht van het Ambtsbericht (januari 2023), de nadere toelichting daarop bij brief van 21 maart 2024 en gelet op de verklaringen van eiseres op de zitting, waaruit volgt dat door [naam] sinds 2020 pogingen worden ondernomen om met eiseres in contact te komen en dat dat aanleiding is geweest voor overplaatsing van eiseres, brengen de rechtbank ertoe te oordelen dat er sprake is van een motiveringsgebrek
11 Algemeen_ambtsbericht Nigeria januari 2023), p. 88.
12 te raadplegen via:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/ambtsberichten/2024/03/21/toelichting-op-algemeen ambtsbericht-nigeria-januari-2023
13 artikel 83, lid 1, onder a Vw 2000.
in het bestreden besluit ten aanzien het bestaan van een (reëel) risico voor eiseres bij terugkeer naar Nigeria.
Tussenuitspraak
12. Zoals hiervoor is overwogen onder 11.6 is het bestreden besluit gebrekkig gemotiveerd ten aanzien van het (reële) risico dat eiseres bij terugkeer naar Nigeria loopt. Op grond van artikel 8:5 la, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. Op grond van artikel 8:80a van de Awb doet de rechtbank dan een tussenuitspraak. De rechtbank ziet aanleiding om de minister in de gelegenheid te stellen het motiveringsgebrek te herstellen. Dat herstellen kan hetzij met een aanvullende motivering, hetzij, voor zover nodig, met een nieuwe beschikking, na of tegelijkertijd met intrekking van de nu bestreden beschikking. Om motiveringsgebrek te herstellen, moet de minister eiseres opnieuw/aanvullend horen over het reële risico op represailles bij terugkeer naar Nigeria, zulks in het licht van de ter zitting afgelegde verklaringen. De rechtbank merkt hierbij op dat de minister zich op de zitting niet heeft verzet tegen het (opnieuw) horen van eiseres op dit punt. De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen verweerder dit motiveringsgebrek kan herstellen op zes weken na verzending van deze tussenuitspraak.