ECLI:NL:RBDHA:2024:22873
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van de aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag van 29 maart 2021 om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). De rechtbank oordeelt dat het terugkeerbesluit van 23 april 2013 niet kan standhouden, omdat eiser ten tijde van het opleggen van dit besluit al een risico liep op indirect refoulement bij uitzetting naar Canada. De rechtbank stelt vast dat de visie van het UN Human Rights Committee van 21 juli 2011, die eerder is uitgebracht dan het terugkeerbesluit, aantoont dat eiser bij uitzetting naar Canada een risico loopt op onmenselijke behandeling. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het terugkeerbesluit, omdat verweerder niet heeft aangetoond dat de situatie van eiser is veranderd sinds het terugkeerbesluit. Eiser heeft geen belang bij uitstel van vertrek, aangezien er een toezegging is gedaan dat hij niet naar Canada of Somalië zal worden uitgezet. De rechtbank roept verweerder op om samen met eiser en zijn gemachtigde naar een oplossing te zoeken voor zijn situatie. De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van proceskosten aan eiser.