Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 december 2024 in de zaak tussen
[eiseres 1] , eiseres
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 december 2024, in de zaak AWB 24/1217, wordt het beroep van eiseressen tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een visum kort verblijf beoordeeld. De aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie afgewezen op 30 augustus 2023, omdat de eiseressen niet voldoende bewijs hadden geleverd van hun familieband met de referente in Marokko. Eiseressen stelden dat hun hoorplicht was geschonden, omdat zij niet waren gehoord voordat de beslissing werd genomen. De rechtbank oordeelt dat de minister niet verplicht was om eiseressen te horen, aangezien de gronden van bezwaar niet tot een ander besluit konden leiden. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende informatie had opgevraagd en dat eiseressen niet hebben gereageerd op deze verzoeken. De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk, omdat de minister inmiddels op de aanvraag had beslist. Eiseressen krijgen wel een vergoeding van hun proceskosten, maar het beroep tegen het bestreden besluit wordt ongegrond verklaard. De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseressen tot een bedrag van € 437,50.