ECLI:NL:RBDHA:2024:23038
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door een verzoeker in een asielprocedure. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verweij, had in beroep gegaan omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, niet tijdig had beslist op zijn asielaanvraag. Op 15 april 2024 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft besloten dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, gezien de aard van de zaak. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder de proceskosten van verzoeker moet vergoeden, omdat de beslissing pas na het indienen van het beroep is genomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de ingeschakelde juridische hulpverlener en de wegingsfactor van 0,5. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.