ECLI:NL:RBDHA:2024:23073
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in huurzaak met gedaagde partij die niet is verschenen
In deze huurzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft de eisende partij, bestaande uit twee eiseressen, een vordering ingediend tegen Adero C.V., handelend onder de naam Adero Vastgoedbeleggingen. De procedure is ingeleid met een dagvaarding op 19 juni 2024. Gedaagde partij is meerdere keren opgeroepen om te verschijnen, maar is niet verschenen op de zittingen van 9 juli, 6 augustus, 3 september en 1 oktober 2024. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten om de uitspraak te doen zonder verweer van de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij voldoende feiten heeft aangevoerd die de vordering onderbouwen. De vordering betreft onder andere de terugbetaling van een borgsom, onverschuldigde huur en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is, gezien het ontbreken van verweer van de gedaagde partij. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van in totaal € 5.653,05, inclusief proceskosten.
Het vonnis is uitgesproken op 29 oktober 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad. De kantonrechter heeft de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 726,30, inclusief het salaris van de gemachtigde van de eisende partij.