ECLI:NL:RBDHA:2024:23139
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep van een gedupeerden ouder in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen met betrekking tot compensatie van schulden
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2024, wordt het beroep van eiser, een gedupeerden ouder in de toeslagenaffaire, beoordeeld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van Sociale Banken Nederland (SBN) over compensatie van diverse aangemelde schulden. Het primaire besluit, dat op 26 april 2023 is genomen, heeft betrekking op de toekenning van compensatie voor schulden die eiser heeft aangemeld. Eiser ontving compensatiebedragen van € 27.295,- en € 1.155,-, maar heeft betoogd dat hij meer heeft terugbetaald dan het bedrag dat hem is toegekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten voor compensatie, omdat de betalingen aan schuldeisers zijn gedaan vóór de ontvangst van de compensatiegelden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat niet is gebleken dat eiser na ontvangst van de compensatie meer betalingen heeft verricht dan het bedrag dat is toegekend. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er een onjuiste datum in het bestreden besluit was vermeld, maar dit gebrek is gepasseerd omdat eiser hierdoor niet is benadeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak om te voldoen aan de voorwaarden van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) voor compensatie.