Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser
de minister van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan eiser, een Ecuadoraanse nationaliteitdrager. De maatregel was gebaseerd op artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en was opgelegd door de minister van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsontnemende maatregel onrechtmatig was, omdat het grensbewakingsbelang niet mocht prevaleren. Bij aanvang van de grensdetentie was al bekend dat eiser toegang zou verkrijgen tot het Schengengebied, wat de maatregel onevenredig bezwarend maakte. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel bevolen en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 900,- aan eiser, evenals de proceskosten van € 1.750,-. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier D.P. van Middelkoop en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.