ECLI:NL:RBDHA:2024:23245

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
24 februari 2025
Zaaknummer
NL 24.26540
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met homoseksuele gerichtheid

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft op 28 maart 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 21 juni 2024 door de minister als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 26 augustus 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk en de gemachtigde van de minister. De rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is. Eiser heeft verklaard dat hij in Nigeria, waar homoseksualiteit taboe is, niet in staat was om over zijn seksualiteit na te denken. Pas in Oekraïne, waar hij op achttienjarige leeftijd naartoe verhuisde, begon hij zijn homoseksualiteit te verkennen. De rechtbank concludeert dat de minister ten onrechte heeft gesteld dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn homoseksuele gerichtheid en de gevolgen daarvan. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.750,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL24.26540
[V-Nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser]

geboren op [geboortedatum] 1994, van Nigeriaanse nationaliteit, eiser
(gemachtigde: mr. V. Senczuk),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: mr. S.J. Versteeg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag.
1.1.
Eiser heeft op 28 maart 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 21 juni 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.2.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 26 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gestelde partner van eiser, de gemachtigde van eiser, H. Abdulla als tolk in de taal Engels en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing aan de hand van de beroepsgronden die eiser tegen het bestreden besluit heeft aangevoerd.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is en dat hij wegens zijn homoseksuele gerichtheid niet kan terugkeren naar Nigeria. Tijdens het nader gehoor heeft eiser hierover – samenvattend – het volgende verklaard. Toen hij in Nigeria verbleef, werd er binnen zijn strenggelovige familie en in zijn omgeving niet over seksualiteit gesproken. Eiser wist daarom niets van seksualiteit af. Hij is op achttienjarige leeftijd naar Oekraïne vertrokken om daar te studeren. In Oekraïne begon eiser na te denken over zijn seksuele gerichtheid en is hij geleidelijk tot het besef gekomen dat hij homoseksuele gevoelens heeft. Zo merkte hij dat hij zich aangetrokken voelde tot mannelijke modellen in reclames. Via een datingwebsite is eiser in contact gekomen met homoseksuele mannen. Via die website heeft hij een man genaamd [naam 1] ontmoet. Na deze ontmoeting heeft eiser zijn homoseksuele gerichtheid geaccepteerd. In Oekraïne heeft eiser zijn homoseksuele gerichtheid verborgen gehouden voor de buitenwereld wegens het stigma dat er in Oekraïne heerst over homoseksualiteit. In Nederland houdt eiser zijn homoseksuele gerichtheid niet langer verborgen en heeft hij een relatie gekregen met [naam 2] , met wie hij later wil samenwonen.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst; en,
Homoseksuele gerichtheid.
De minister acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. De minister heeft de gestelde homoseksuele gerichtheid van eiser daarentegen niet geloofwaardig geacht. Volgens de minister heeft eiser algemeen en summier verklaard over het proces dat plaatsvond vanaf het moment dat hij zich realiseerde dat hij homoseksuele gevoelens had tot het moment van acceptatie van deze gevoelens. Ook zijn verklaringen over hoe hij zijn homoseksuele gerichtheid ervaart en praktiseert zijn algemeen en summier. Daarnaast heeft eiser onvoldoende inzichtelijk gemaakt wat de reden is dat hij niet in Nigeria, maar in Oekraïne tot de realisatie kwam dat homoseksualiteit bestaat en dat hij homoseksuele gevoelens ervaart. Eiser heeft evenmin voldoende inzicht geboden in zijn relaties met [naam 1] en [naam 2] . Ten aanzien van zijn contact met lhbti’s in Nederland meent de minister dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard hoe hij bij de gayclub [naam club] terecht is gekomen en zijn de verklaringen over zijn bezoek aan deze club algemeen en summier. Ook verklaart eiser slechts beknopt over zijn gevoelens naar aanleiding van zijn eerste bezoek aan een gayclub. De minister overweegt verder dat eiser geen problemen heeft ervaren wegens zijn homoseksualiteit in Nigeria. Dat homoseksualiteit in Nigeria strafbaar is en eigenrichting plaatsvindt is bekend, maar eiser heeft het vermoeden dat men achter zijn geaardheid zal komen en dat hij zal worden gedood niet met argumenten en/of documenten onderbouwd.
Werkinstructie 2019/17
6. Omdat eiser homoseksuele gerichtheid als asielmotief heeft aangevoerd, heeft de minister de asielaanvraag van eiser beoordeeld aan de hand van Werkinstructie 2019/17 [1] . In deze werkinstructie staat onder meer dat de minister bij het horen en het beoordelen van de geloofwaardigheid de volgende thema’s betrekt:
 Privéleven (waaronder familie, vrienden, (voorgaande) relaties) en omgeving;
 Huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst en contact met of kennis van lhbti-groepen;
 Contact met lhbti’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie; en,
 Discriminatie, repressie en vervolging in het land van herkomst.
Bij het gehoor en de geloofwaardigheidsbeoordeling houdt de minister rekening met het referentiekader van de vreemdeling. In het algemeen ligt het zwaartepunt op de antwoorden op de vragen over de eigen ervaringen en de persoonlijke beleving van de vreemdeling met betrekking tot zijn seksuele gerichtheid, wat dit voor hem en zijn omgeving heeft betekend, wat de situatie is voor personen met die gerichtheid in het land van herkomst van de vreemdeling en hoe diens ervaringen, ook volgens zijn asielrelaas, in het algemene beeld passen. In het geval (schriftelijke) verklaringen van derden worden overgelegd, wordt die informatie ook in de beoordeling betrokken.
Beoordeling door de rechtbank
7. De rechtbank stelt vast dat de minister de gestelde homoseksuele gerichtheid van eiser heeft beoordeeld aan de hand van de hiervoor genoemde thema’s. De rechtbank zal de beroepsgronden van eiser hieronder aan de hand van deze thema’s bespreken. Voordat de rechtbank dat doet, zal de rechtbank eerst ingaan op de beroepsgrond van eiser dat uit het bestreden besluit niet is gebleken dat de zaak van eiser is besproken met een lhbti-coördinator.
Lhbti-coördinator
8. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheid dat uit het bestreden besluit niet blijkt dat er een lhbti-coördinator is geraadpleegd, niet maakt dat dit besluit gebrekkig is. De minister heeft in het verweerschrift toegelicht dat de zaak van eiser op 18 juni 2024 – vóór het uitbrengen van het voornemen – aan een lhbti-coördinator is voorgelegd. Eiser heeft dit niet betwist en de rechtbank ziet ook geen aanleiding hieraan te twijfelen. De minister heeft aldus gehandeld in lijn met Werkinstructie 2019/17, dat vereist dat voor elke zaak waarin een lhbti-motief speelt een lhbti-coördinator wordt geraadpleegd. Dat dit niet als zodanig in het bestreden besluit is opgenomen, maakt niet dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen.
Privéleven
9. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser algemeen en summier is gebleven met zijn verklaringen over het proces dat plaatsvond vanaf het moment dat hij zich realiseerde dat hij homoseksuele gevoelens had tot het moment dat hij deze gevoelens accepteerde. Eiser heeft nagelaten om duidelijk te maken wat de aanleiding is geweest om in Oekraïne onderzoek te doen naar zijn (homo)seksuele gerichtheid, terwijl er in Nigeria volgens eiser een taboe heerst op het spreken over homoseksualiteit en eiser zich in Nigeria nog niet bewust was van zijn seksualiteit. Daarnaast heeft eiser volgens de minister geen inzicht gegeven in waarom de ontmoeting met [naam 1] de doorslag heeft gegeven bij het accepteren van zijn homoseksuele gerichtheid.
9.1.
Eiser heeft tijdens het gehoor onder meer het volgende verklaard over het proces van de realisatie en de acceptatie van zijn homoseksuele gevoelens. In Nigeria werd hij niet blootgesteld aan seksualiteit en relaties en wist hij, mede door zijn strenggelovige ouders, niet wat homoseksualiteit betekende. [2] Eiser is als achttienjarige naar Oekraïne gegaan om te studeren. Het was de eerste keer dat hij weg was bij zijn ouders en de eerste keer dat hij voor zichzelf ging nadenken. [3] In Oekraïne begon hij bij het kijken naar reclames te merken dat hij zich aangetrokken voelde tot mannelijke modellen. [4] Eiser heeft vervolgens informatie over homoseksualiteit op internet opgezocht, waaronder hoe in Nigeria om wordt gegaan met homoseksuelen en wat hun levensverwachting is [5] , en is naar gayporno gaan kijken [6] . Het ervaren van homoseksuele gevoelens voelde voor eiser als een conflict, omdat zijn gedachten hem vertelden dat wat hij dacht verkeerd was, maar het in zijn hart voelde als een antwoord op iets waar hij naar op zoek was. [7] Hij probeerde de gedachten dan ook weg te drukken. [8] Op een gegeven moment heeft eiser de website [naam datingsite] ontdekt. Hij maakte eerst een profiel aan zonder foto en daarna met foto. [9] Via deze website begon hij met andere mannen te praten en met hen af te spreken. Zijn eerste date eindigde heel snel omdat hij en de man met wie hij had afgesproken niet wisten wat zij moesten doen. Voor beiden was het de eerste date en voor beiden was het ongemakkelijk. Wel was eiser blij met deze date. Hij had het gevoel dat er een stap was gezet in het ontdekken van hemzelf. Het was geen perfecte, maar wel een moedige stap. [10] Eiser probeerde deze kant van hem meerdere malen te accepteren, maar kon dat pas doen nadat hij [naam 1] had ontmoet. [11] Over [naam 1] verklaart eiser dat hij wist hoe hij moest communiceren, dat eiser hem zag als iemand die de top van de berg al had bereikt en dat het was alsof hij zichzelf al had gevonden en daar trots op was. [12] Hoewel eiser zijn homoseksualiteit accepteerde, hield hij zijn gerichtheid in Oekraïne verborgen. [13] In Nederland is dit veranderd en is eiser niet meer bang om anderen over zijn homoseksualiteit te vertellen.
9.2.
Eiser heeft met zijn verklaringen naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk gemaakt waarom hij pas in Oekraïne onderzoek begon te doen naar homoseksualiteit. Hij heeft immers verklaard dat het bespreken van homoseksualiteit in Nigeria een taboe was en dat het wegens zijn zeer religieuze familie niet bezig was met seksualiteit. Toen eiser op achttienjarige leeftijd naar Oekraïne was vertrokken, was hij voor de eerste keer weg bij zijn ouders. Hierdoor had hij voor het eerst de vrijheid om na te denken over zijn eigen seksualiteit. De rechtbank acht het begrijpelijk dat eiser – zonder de aanwezigheid van zijn familie – nieuwsgierig werd naar zijn seksualiteit en hiernaar onderzoek begon te doen. Het is immers een gebruikelijke ontwikkeling dat personen op jongvolwassen leeftijd op enig moment onderzoek gaan doen naar hun eigen seksualiteit en hun gevoelens daarbij.
9.3.
De rechtbank is verder van oordeel dat de minister ten onrechte aan eiser heeft tegengeworpen dat hij geen inzicht heeft gegeven in waarom de ontmoeting met [naam 1] de doorslag gaf voor het accepteren van zijn homoseksuele gerichtheid. Uit de verklaringen van eiser volgt dat hij tegen [naam 1] op keek omdat [naam 1] zijn homoseksuele gerichtheid volledig had geaccepteerd en had omarmd, dat [naam 1] heel goed kon communiceren en dat [naam 1] al eerder had meegemaakt wat eiser zelf meemaakte. [naam 1] was daarmee de eerste persoon in het leven van eiser die zijn homoseksuele gerichtheid (volledig) had geaccepteerd en met wie eiser openlijk over zijn homoseksuele gevoelens kon praten. Hiermee heeft eiser naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk gemaakt waarom zijn ontmoeting met [naam 1] ertoe heeft geleid dat hij zijn homoseksuele gerichtheid
heeft geaccepteerd.
10. Eiser heeft verder aangevoerd dat de minister ten onrechte van hem verlangt dat hij uitleg geeft over waar hij nieuwsgierig naar was toen hij de datingwebsite [naam datingsite] ging gebruiken. Volgens eiser volgt uit de context namelijk duidelijk dat die nieuwsgierigheid bestond uit de mogelijkheid om homoseksuele contacten aan te gaan.
10.1.
De rechtbank is met eiser van oordeel dat de minister ten onrechte aan eiser heeft tegengeworpen dat hij niet duidelijk heeft gemaakt waar hij nieuwsgierig naar was bij het gebruik van [naam datingsite] . Eiser heeft tijdens het gehoor verklaard dat hij in Oekraïne geleidelijk achter zijn homoseksuele gevoelens kwam en dat hij hierbij steeds een stapje verder ging. [14] Aan het begin van dit proces merkte eiser dat hij zich bij het kijken naar reclames aangetrokken voelde tot mannelijke modellen en ging hij naar gayporno kijken. [15] Ook heeft eiser informatie op het internet opgezocht over wat homoseksualiteit allemaal betekent. Op een gegeven moment heeft eiser de website [naam datingsite] ontdekt en begon hij met andere homoseksuele mannen te praten. [16] Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk dat eiser nieuwsgierig was naar het gebruik van [naam datingsite] omdat dit voor hem een volgende stap vormde in zijn ontdekkingsproces naar zijn homoseksuele gerichtheid. Dat eiser volgens de minister uit had moeten leggen waar hij precies nieuwsgierig naar was bij het gebruik van deze website en door dit niet te doen zijn gevoelens onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt, volgt de rechtbank dan ook niet.
Huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst en contact met of kennis van lhbti-groepen
11. Eiser meent dat de minister ten onrechte aan hem heeft tegengeworpen dat hij niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij pas in Oekraïne en niet al in Nigeria tot het inzicht is gekomen dat hij homoseksuele gevoelens heeft.
11.1.
De minister heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat het tegenstrijdig is dat eiser enerzijds heeft verklaard dat hij op achttienjarige leeftijd uit Nigeria is vertrokken en destijds nog geen seksuele ervaring had, maar anderzijds ook heeft verklaard dat hij wel wist dat homoseksualiteit bestond toen hij nog in Nigeria verbleef. Eiser heeft dan ook onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom hij pas in Oekraïne tot het besef zou zijn gekomen dat hij homoseksuele gevoelens had.
11.2.
De rechtbank is van oordeel dat de minister ten onrechte heeft tegengeworpen dat eiser op dit punt tegenstrijdig heeft verklaard. Eiser heeft op de vraag wanneer hij voor het eerst ontdekte dat homoseksualiteit überhaupt bestond, twee incidenten genoemd op zijn school in Nigeria waarbij personen ervan werden beschuldigd dat zij homoseksueel waren en om deze reden zijn mishandeld. Ook heeft eiser verklaard dat er in Nigeria een scheldwoord voor homoseksuelen werd gebruikt. Tegelijkertijd heeft eiser verklaard niet te weten wat homoseksualiteit inhield. [17] Dat eiser de incidenten heeft waargenomen en op de hoogte was van een scheldwoord dat voor homoseksuelen werd gebruikt, maakt naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat hierdoor moet worden aangenomen dat eiser al in Nigeria wist wat homoseksualiteit inhield en dat hij zelf homoseksuele gevoelens ervaart. Het is immers mogelijk dat eiser door de incidenten in Nigeria wel een abstract idee had gekregen dat homoseksualiteit bestaat en dat dit in de Nigeriaanse maatschappij als iets verkeerds wordt gezien, maar dit betekent nog niet dat eiser concreet wist wat homoseksualiteit precies inhield en welke seksuele gevoelens hij zelf had. Zoals de rechtbank al onder 9.2 heeft overwogen, heeft eiser immers ook verklaard dat hij in Nigeria door zijn omgeving niet in staat was om over zijn eigen seksualiteit na te denken en dat hij pas in Oekraïne in de gelegenheid was om geleidelijk zijn eigen gerichtheid te ontdekken. Gelet hierop kan de rechtbank de minister niet volgen in het standpunt dat eiser onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij eerst in Oekraïne achter zijn homoseksuele gevoelens is gekomen.
12. De rechtbank is verder van oordeel dat de minister ten onrechte aan eiser heeft tegengeworpen dat hij onvoldoende inzicht heeft gegeven in de relatie met [naam 1] . De rechtbank heeft onder 9.3 al overwogen dat eiser voldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom de ontmoeting met [naam 1] heeft geleid tot het accepteren van zijn homoseksuele gerichtheid. Eiser heeft hiermee in elk geval enig inzicht geboden in zijn relatie met [naam 1] en wat deze relatie voor hem heeft betekend. De rechtbank kan de minister wel volgen in het standpunt dat eiser in algemeenheden is blijven hangen bij het verklaren over de persoonlijkheid van [naam 1] . Als hiernaar wordt gevraagd beschrijft eiser namelijk vooral hoe [naam 1] eruitziet en wat hij zoal doet, maar verklaart over [naam 1] persoonlijkheid enkel dat hij gemakkelijk is om mee te praten en dat hij zijn vrouwelijke kant echt had omarmd. Dat eiser oppervlakkig is gebleven bij het beschrijven van [naam 1] persoonlijkheid, maakt naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat de minister tot de conclusie heeft kunnen komen dat eisers gestelde homoseksuele gerichtheid ongeloofwaardig moet worden geacht. De rechtbank acht het namelijk niet onaannemelijk dat eiser niet geheel begreep wat van hem werd verwacht bij het verklaren over zijn relatie met [naam 1] en/of dat eiser het lastig vond om over dit onderwerp te verklaren. Zo heeft eiser op de vraag of hij wat meer over de persoonlijkheid van [naam 1] kan vertellen, het volgende geantwoord:
“Hij was erg gemakkelijk om mee te praten. Hij had een soort warm gevoel over hem. Hij had zijn eigen vrouwelijke kant echt omarmd. Dit is allemaal vrij breed, ik weet niet wat u precies wil?” [18]
De minister heeft hierop de vraag niet herhaald, noch heeft de minister aan eiser verduidelijkt wat hij met deze vraag bedoelde. Het valt daarom niet uit te sluiten dat het voor eiser niet duidelijk was hoe gedetailleerd hij over de persoonlijkheid van [naam 1] moest praten dan wel wat daar precies mee wordt bedoeld. De rechtbank overweegt daarnaast dat de minister het standpunt heeft ingenomen dat van eiser, gelet op zijn hoge opleiding, het feit dat hij inmiddels al jaren homoseksueel stelt te zijn en dat hij vaker met zijn partner of vrienden over zijn gerichtheid spreekt, kon worden verwacht dat hij in staat is uitgebreider over zijn homoseksuele gerichtheid kan verklaren dan personen bij wie dit niet het geval is. Dat eiser hoogopgeleid is, zegt op zichzelf echter niets over de mogelijkheid van eiser om over persoonlijke, intieme zaken zoals zijn homoseksuele gerichtheid en zijn relaties te verklaren. Ook hoogopgeleide personen kunnen vanwege hun eigen persoonlijkheid minder goed in staat zijn om over persoonlijke en intieme zaken te verklaren. Hoewel het inderdaad juist is dat eiser al langere tijd homoseksueel stelt te zijn en vaker met zijn partner en vrienden over zijn homoseksuele gerichtheid heeft verklaard, heeft eiser in de zienswijze ook verklaard dat hij zich nog steeds schaamt om over zijn verleden te praten met vrienden en kennissen, en dat het voor hem nog moeilijker is om met een vreemde over zijn ervaringen te praten. De minister heeft deze verklaring van eiser ten onrechte niet in de besluitvorming betrokken.
12.1.
De minister heeft ten aanzien van de relatie van eiser met [naam 2] het standpunt ingenomen dat eiser weliswaar iets uitgebreider over deze relatie heeft verklaard, maar vrij algemeen blijft bij de beschrijving van de persoonlijkheid van [naam 2] . Op de zitting heeft de minister toegelicht dat eiser weliswaar heeft verklaard dat [naam 2] romantisch is, maar dat hij deze verklaring niet heeft toegelicht en hierin oppervlakkig blijft.
12.2.
De rechtbank is van oordeel dat de minister dit standpunt niet deugdelijk heeft gemotiveerd, omdat hij daarbij de inhoud van de overgelegde stukken onvoldoende heeft betrokken. Weliswaar ligt het zwaartepunt bij de geloofwaardigheidsbeoordeling volgens Werkinstructie 2019/17 bij de eigen verklaringen van de vreemdeling, maar dit neemt niet weg dat bij de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling ook de door de vreemdeling overgelegde stukken, zoals verklaringen van derden, moeten worden betrokken. Eiser heeft in de bestuurlijke fase naast de liefdesbrieven van [naam 2] ook foto’s overgelegd van een fotoalbum waarin foto’s van eiser met [naam 2] te zien zijn met begeleidende tekst. Ook heeft eiser een verklaring van [naam 3] overgelegd, waarin zij onder meer verklaart dat [naam 2] voor Valentijnsdag een cadeau voor eiser heeft geregeld. Hiermee heeft eiser zijn relatie met [naam 2] , en in het bijzonder zijn verklaring dat [naam 2] romantisch is, onderbouwd. Gelet hierop heeft de minister niet kunnen volstaan met de vaststelling dat eisers verklaringen over de relatie met [naam 2] onvoldoende uitgebreid en gedetailleerd zijn. Dat eiser tijdens zijn gehoor zelf niet naar deze stukken heeft verwezen als onderbouwing van de verklaring dat [naam 2] romantisch is, acht de rechtbank niet relevant. De minister had namelijk moeten beoordelen of eiser met zijn verklaringen, in samenhang bezien met de door eiser overgelegde stukken, zijn relatie met [naam 2] aannemelijk heeft gemaakt.
Contact met lhbti’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie
13. Eiser vindt dat de minister ten onrechte heeft tegengeworpen dat niet valt in te zien waarom hij niet vaker naar de gayclub [naam club] is gegaan, terwijl hij heeft verklaard dat het eerste bezoek aan [naam club] voor hem ‘life changing’ was. De minister gaat eraan voorbij dat eiser heeft verteld dat hij en [naam 2] altijd naar [naam club] gaan wanneer zij Amsterdam bezoeken, maar dat zij het ook heel fijn vinden om binnen vijf minuten in een ‘normale’ club samen te zijn. Ook gaat de minister eraan voorbij dat iets maar één keer life changing kan zijn. Ook is ten onrechte tegengeworpen dat de verklaringen over het bezoek algemeen en summier zijn.
13.1.
De rechtbank is van oordeel dat eiser niet algemeen en summier heeft verklaard over zijn eerste bezoek aan [naam club] . Zo heeft eiser verklaard dat hij uren voor de deur heeft gestaan, dat er veel mensen waren, dat hij niet wist of hij naar binnen zou gaan en dat hij bijna een heel pakje sigaretten heeft gerookt van de stress. Eenmaal binnen heeft hij enkele drankjes gedaan bij de bar, zag hij dat iedereen aan het dansen was en plezier had en dat vond hij waanzinnig. [19] De rechtbank kan de minister ook niet volgen in het standpunt dat het bevreemdend is dat eiser niet vaker naar [naam club] is gegaan, omdat hij heeft verklaard was dat hij ‘blown away’ was toen hij voor het eerst in [naam club] was en deze ervaring voor hem ‘life changing’ was. Eiser heeft in het gehoor verklaard dat hij na zijn eerste bezoek aan [naam club] vaker met [naam 2] naar deze club is gegaan. In de zienswijze heeft eiser toegelicht dat hij niet in de buurt van Amsterdam woont, waar het gemakkelijk is om een gayclub of -bar te vinden en dat hij met [naam 2] ook graag naar andere clubs dan gayclubs gaat die wel in de buurt te vinden zijn. Als eiser met [naam 2] naar Amsterdam gaat, bezoeken zij altijd [naam club] . Gelet op deze verklaringen heeft de minister onvoldoende gemotiveerd waarom niet valt in te zien waarom eiser niet vaker naar [naam club] is geweest, enkel omdat zijn eerste ervaring voor eiser ‘life changing’ was. Eiser heeft immers verklaard dat dit bezoek ‘life changing’ was omdat hij niet wist dat zoiets bestond.

Conclusie en gevolgen

14. De rechtbank concludeert dat de minister niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit in strijd is met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten of zelf een beslissing over de asielaanvraag van eiser te nemen. Ook draagt de rechtbank niet aan de minister op om het gebrek te herstellen met een betere motivering of een ander besluit (een zogenoemde bestuurlijke lus). Dit omdat dit volgens de rechtbank geen doelmatige en efficiënte manier is om de zaak af te doen.
15. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat de minister een nieuw besluit moet nemen en daarbij rekening houdt met deze uitspraak. De rechtbank geeft de minister hiervoor zes weken.
16. Omdat het beroep gegrond is krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten.
De minister moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.750,- omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 21 juni 2024;
- draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak; en,
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van mr. F.W. Victoor, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.“Horen en beslissen in zaken waarin lhbti-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd’.
2.Verslag nader gehoor, p. 13 en 14.
3.Verslag nader gehoor, p. 12.
4.Verslag nader gehoor, p. 12.
5.Verslag nader gehoor, p. 15.
6.Verslag nader gehoor, p. 16.
7.Verslag nader gehoor, p. 13.
8.Verslag nader gehoor, p. 12, 13 en 21.
9.Verslag nader gehoor, p. 15 en 16
10.Verslag nader gehoor, p. 16 en 17.
11.Verslag nader gehoor, p. 15 en 20.
12.Verslag nader gehoor, p. 17.
13.Verslag nader gehoor, p. 18.
14.Verslag nader gehoor, p. 12.
15.Verslag nader gehoor, p. 16.
16.Verslag nader gehoor, p. 15.
17.Verslag nader gehoor, p. 14 en 15.
18.Verslag nader gehoor, p. 21.
19.Verslag nader gehoor, p. 22.