ECLI:NL:RBDHA:2024:23245
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met homoseksuele gerichtheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft op 28 maart 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 21 juni 2024 door de minister als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 26 augustus 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk en de gemachtigde van de minister. De rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is. Eiser heeft verklaard dat hij in Nigeria, waar homoseksualiteit taboe is, niet in staat was om over zijn seksualiteit na te denken. Pas in Oekraïne, waar hij op achttienjarige leeftijd naartoe verhuisde, begon hij zijn homoseksualiteit te verkennen. De rechtbank concludeert dat de minister ten onrechte heeft gesteld dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn homoseksuele gerichtheid en de gevolgen daarvan. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.750,-.