ECLI:NL:RBDHA:2024:23262
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2024 uitspraak gedaan over het beroep van eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Eiser stelde dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op zijn aanvraag, waardoor hij in beroep ging. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ingebrekestelling die eiser had ingediend, prematuur was. Dit was het gevolg van de inwerkingtreding van het besluit WBV 2023/3, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengde. Eiser had zijn aanvraag op 10 december 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regels was de beslistermijn met negen maanden verlengd. Hierdoor was de ingebrekestelling van 3 oktober 2024 te vroeg ingediend, wat leidde tot de conclusie dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep dan ook niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.