ECLI:NL:RBDHA:2024:23283

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
C/09/652889 / HA ZA 23-761
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J.-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aannemingsovereenkomst en geschil over meerwerk en vertragingsschade in bouwproject kiosk

In deze civiele zaak heeft [eiseres] B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] met betrekking tot een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een kiosk. [eiseres] vordert betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 138.360,06, inclusief vertragingsschade en kosten voor meerwerk. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat er sprake is van minderwerk en dat de aanvullende overeenkomsten onder dwang zijn tot stand gekomen. De rechtbank heeft op 22 mei 2024 uitspraak gedaan, waarbij zij een van de aanvullende overeenkomsten heeft vernietigd, maar [gedaagde] wel heeft veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 78.094,80, inclusief wettelijke handelsrente. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor de aanmelding van de bouwwerkzaamheden bij de gemeente, wat heeft geleid tot een bouwstop en vertragingsschade. De rechtbank heeft ook de vordering van [gedaagde] in reconventie tot opheffing van de beslagen afgewezen, omdat deze rechtmatig waren gelegd. De proceskosten zijn voor [gedaagde].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/652889 / HA ZA 23-761
Vonnis van 22 mei 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna: [eiseres] ,
advocaat mr. J. Postma te Rijswijk,
tegen
[gedaagde], te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna: [gedaagde] ,
advocaat mr. U.R.A. Koeze te Den Haag.

1.Samenvatting

1.1.
[eiseres] heeft een kiosk gebouwd voor [gedaagde] . In deze procedure vordert zij op grond van de aanneemovereenkomst en twee aanvullende overeenkomsten een bedrag van € 138.360,06 aan openstaande facturen van [gedaagde] , onder meer voor meerwerk en vertragingsschade.
1.2.
[gedaagde] vindt dat hij de gevorderde bedragen niet verschuldigd is. Van meerwerk is volgens hem geen sprake; hij vindt dat sprake is van minderwerk. De aanvullende overeenkomsten waarin iets anders staat, zijn volgens [gedaagde] tot stand gekomen door dwang en misbruik van omstandigheden. [gedaagde] vordert daarom dat [eiseres] wordt veroordeeld om de beslagen die hij ten laste van [gedaagde] heeft gelegd, op te heffen.
1.3.
De rechtbank vernietigt een van de aanvullende overeenkomsten, maar wijst een bedrag van in totaal € 78.094,80 toe met de wettelijke handelsrente over de afzonderlijke posten vanaf de vervaldatum van de voor de posten relevante facturen. Ook wijst zij de gemaakte kosten toe. Dat betekent dat [gedaagde] een zodanig bedrag aan [eiseres] moet betalen, dat [eiseres] de beslagen niet hoeft op te heffen.

2.De procedure

2.1.
In het procesdossier zitten de volgende documenten:
  • de dagvaarding van 17 augustus 2023, met producties 1 t/m 11;
  • de conclusie van antwoord ook conclusie van eis in reconventie, met producties 1 t/m 22;
  • de conclusie van antwoord in reconventie;
  • het tussenvonnis van 31 januari 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte aan de zijde van [eiseres] met nadere producties 12 t/m 25 en een toelichting;
  • de zittingsagenda van 11 april 2024 met vragen van de rechtbank;
  • de op 16 april 2024 tijdens de zitting genomen akte eisvermeerdering van [eiseres] , met productie 26;
  • de op 1 mei 2024 genomen akte overlegging aanvullende productie en akte uitlaten eisvermeerdering, aan de zijde van [gedaagde] , met productie 23;
  • de op 1 mei 2024 genomen akte uitlaten mailbericht 28 april 2022 van [eiseres] .
2.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 april 2024. Partijen zijn verschenen: [eiseres] in de persoon van middellijk bestuurder dhr. [naam 1] , vergezeld door bouwkundig adviseur dhr. [naam 2] en bijgestaan door de advocaat; [gedaagde] vergezeld door zijn architect dhr. [naam 3] en bijgestaan door zijn advocaat.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling vragen van de rechtbank beantwoord en hun advocaten hebben de zaak nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er tijdens de zitting is gezegd.
2.3.
Ten slotte is de datum bepaald waarop dit vonnis wordt gewezen.

3.De feiten

3.1.
[eiseres] exploiteert een aannemersbedrijf. De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is via de tussenholding [bedrijfsnaam] B.V. indirect enig bestuurder en aandeelhouder van [eiseres] .
3.2.
[gedaagde] is eigenaar van een opstalrecht aan het Nassauplein te Den Haag, waar hij een cafetaria exploiteert vanuit een kiosk.
3.3.
[gedaagde] en [naam 1] kennen elkaar sinds 2017. Zij spraken toen informeel over de wens van [gedaagde] om de kiosk te renoveren.
3.4.
In 2019 heeft [gedaagde] een architect opdracht gegeven om een ontwerp voor een nieuwe kiosk te maken. Op basis van dit ontwerp is bij de gemeente Den Haag (hierna: de gemeente) een omgevingsvergunning aangevraagd.
3.5.
In 2021 heeft [gedaagde] een nieuwe architect in de arm genomen (hierna: de architect). De architect heeft het ontwerp van zijn voorganger op enkele onderdelen aangepast; daarover heeft hij overleg gevoerd met de gemeente.
3.6.
[gedaagde] is vervolgens op zoek gegaan naar een aannemer om de renovatie uit te voeren. [eiseres] was in 2021 de belangrijkste kandidaat voor de opdracht.
3.7.
In december 2021 hebben [eiseres] , [gedaagde] en de architect het ontwerp besproken op het kantoor van de architect.
3.8.
De gemeente heeft de vergunning voor de bouwwerkzaamheden begin 2022 verleend.
3.9.
Op 28 april 2022 stuurde de architect [gedaagde] de volgende e-mail:
“(…) Ik heb het ontwerp weer een stuk verder gebracht. Zie tekeningen bijlagen.
Ik heb stopcontacten, verlichting, schakelaar en afwerkingen toegevoegd. Hier zou [eiseres] verder mee moeten komen tbv de offerte. Graag zou ik dan ook snel met zijn 3en willen afspreken om dit af te stemmen voor ik een werktekeningen set ga maken.
Voor mij zou volgende week mogelijk zijn, verneem graag of dat voor jou ook past.
(…)”
3.10.
Deze e-mail stuurde de architect een halfuur later door aan [eiseres] , met de volgende begeleidende tekst:
“Hi [voornaam [eiseres] ], Zojuist het onderstaande aan [voornaam [gedaagde] ] verstuurd.
Graag zou ik volgende week willen afspreken om dit te bespreken. Wanneer zou jou dit schikken? Verneem graag. (…)”
3.11.
Tussen 28 april en 1 mei 2022 hebben partijen op kantoor bij de architect over de renovatieplannen gesproken. Een ontwerptekening voor de nieuwe kiosk is daar op een computerscherm gepresenteerd door de architect. Naast [naam 1] was voor [eiseres] ook een architect aanwezig.
3.12.
Op 1 mei 2022 ondertekenden [gedaagde] en [eiseres] de door [eiseres] opgestelde offerte. Die offerte bestond uit drie bladzijden.
3.12.1.
Op de eerste twee bladzijden stond het volgende:
“Nassauplein den haag 01 05 2022
Betreft maken kiosk te nassauplein op bestaande kiosk
0 plaatsen container 10 stuk opgenomen in offerte
0 plaatsen hekwerk indien nodig werkplek
0 plaatsen schaftwagen apart in offerte en wc apart in offerte
Werkzaamheden zie tekeningen [naam architect (Rb: begint met een T)] ook materiaal keuze zie uitvoering tekeningen
0 slopen oude kiosk afvoeren in container
0 fundering aanbrengen met bewapening en storten beton, het beton moet paar dagen uitharden, voor verder werkzaamheden
0 straatstenen verwijderen en opstappelen
0 vetput uitgraven en aanbrengen vetput
0 in fundering vast alle nuts voorzieningen aanbrengen
0 na uitharden beginnen werkzaamheden opbouw
0 aanbrengen houtskelet en stalen portalen
0 skelet bouw met isolatie en dampdicht en folie
1 dak aanbrengen met sedum dak
2 binnen plafonds aanbrengen
3 maken wc groep compleet
4 bevestiging punten afzuiging
5 wanden afwerken
6 alle aansluitingen electra afvoeren- toevoeren water en riool
7 aanbrengen verlichting punten conform tekening
8 rondom kiosk afwerken met iroko latten
9 aanbrengen horeca vloertegels met zelfde materiaal plint
10 plaatsen binnenwanden glasboard 19 mm zie materiaal lijst [naam architect]
11 aanbrengen wand tegels
12 plaatsen ramen rond vast glas
13 plaatsen kozijn en deur extra breed ivm bakplaat
14 schilderwerk en stucwerken
15 plaatsen rolluik stelpost 1500 euro
16 bestrating terug brengen conform tekeningen
17 alles in de kiosk monteren behalve horeca appratuur of dergelijke
18 bouwplaats schoon opleveren en evt hekwerk weg container weg
19 sleutel overhandingen [ [gedaagde] ]
20 er wordt gewerkt met uitvoering werkzaamheden zowel materiaalkeuze als uitvoering
21 behalve horeca apparatuur dat is apart voor [voornaam [gedaagde] ]zelf plaatsen afzuiger zit erin
Afzuiger zelf niet weet niet de capaciteit
Excl btw 21% bedraagt de aanneemsom 108,000
Betaling voorwaarde wordt tenzame met [ [gedaagde] ] besproken
Indien door prijsstijging door inflatie, oorlog oekraine, wereld economie de kosten wat stijgen
Is de aannemer niet verantwoordelijk ,en zal dit doorberekent worden
De aanneem som is al wat hoger dat als deze was uitgevoerd in 2021
Aangezien sowieso de prijzen /offertes van 2021 geen rechten meer aan kan worden verleent”
3.12.2.
De laatste bladzijde van de offerte zag eruit als een factuur met als datum 1 mei 2022. Bovenaan de bladzijde, onder het briefhoofd met het logo en de adresgegevens van [eiseres] , stond:
“[ [gedaagde] ]
offerte 01052022
NAUSSAPLEIN DEN HAAG
KIOSK PLAATSEN CONFORM UITVOERING TEKENINGEN T”
In het deel van de bladzijde dat was opgemaakt als een factuur stond:
“AANNEEMSOM € 108.000,00
KIOSK NASSAUPLEINZIE OMSCHRIJVING 3 BLADZIJDE, S”
Inclusief 21% BTW was de aanneemsom € 130.680.
3.13.
[eiseres] is op 1 juni 2022 met de bouwwerkzaamheden begonnen. Tijdens de bouwwerkzaamheden heeft [gedaagde] zijn activiteiten voortgezet in een naastgelegen tijdelijke kiosk (door partijen ook wel aangeduid als foodtruck); daarvoor had de gemeente een vergunning verleend.
3.14.
de architect stuurde op 8 juni 2022 de volgende e-mail aan [gedaagde] en [eiseres] :
“Goedemorgen [voornaam [gedaagde] ] en [voornaam [eiseres] ],
Via [voornaam [gedaagde] ] heb ik de offerte ontvangen, dank hiervoor!
Hier heb ik nog een aantal vragen over:
1. Kvk nummer niet vindbaar. Kan je juiste KVK gegevens doorgeven?
2. Schaft wagen en wc is dit incl in de offerte of komen hiervoor nog extra kosten?
3. Is 1x 10kub voldoende?
4. Bestrating, in de halve cirkel is nieuwe bestrating opgenomen op tekening. Is dit ook opgenomen in de offerte?
5. Schilderwerk en stucwerk? Waar is dit nu opgenomen? En hierover is toch 9% btw?
6. In offerte staat enerzijds niet aansluiten horeca apparatuur en anderzijds regelen alle horeca apparatuur en plaatsen. Wat wordt er nu afgesproken?
7. Iriko latten? Is dit het systeem wat is besproken?
8. Zijn nu werkzaamheden opgenomen tbv de meterkast en kast eronder tbv extra kastruimte?
9. Plaatsen tv? Aanschaf tv door [voornaam [gedaagde] ] zelf lijkt mij, maar het ophangen, dient dat [voornaam [eiseres] ]ook te doen? Dit is meer een vraag
aan
[naam 4] .
10. Aannemelijk is dat onderdelen die nog niet gespecificeerd zijn in het ontwerp in overleg met [naam 4] worden bepaald? Te denken aan bijv. fonteintje en kraan tbv toilet.
Ik zie dat ik per abuis bij de vorige tekeningenset de laatste pagina met materialen niet had toegevoegd, In de nieuwe set in de bijlagen is deze nu toegevoegd.
Ook nog voor de volledigheid de definitieve constructietekeningen en berekeningen.
Tevens zou ik graag voor de duidelijkheid voor iedereen nog aanvullende afspraken vastleggen in de offerte. Graag bespreken wij dit nog en dan zien wij dit graag nog toegevoegd aan de offerte.
VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN AANSLUITEND OP DE U.A.V.
Opneming en goedkeuring
(…)”
3.15.
Op 25 juni 2022 heeft [eiseres] een nieuwe offerte gestuurd aan [gedaagde] , waarin nadere afspraken zijn beschreven. Deze offerte is door partijen op 27 juni 2022 ondertekend. In deze aanvullende overeenkomst staat onder meer, voor zover van belang:
“Offerte 01052022
Extra bijlage om de afspraken te bevestigen en naar aanleiding [naam architect (Rb: begint met een T)]
(…) ondergenoemde kosten komen op de aanneem som vermeld polis 01052022
0 bouw keet - kosten 150 euro per week excl btw 21% - komt bij aanneemsom incl schoonmaak
0 toilet - kosten 75 euro per week excl btw 21% - komt bij aanneemsom incl schoonmaak
0 hekwerk tbv veiligheid en verplicht - 150 euro per week excl btw 21% - komt bij aanneemsom
0 materiaal en arbeidsloon stroom voorziening foodtruck 250 euro excl btw 21%
0 carverzekering 450 per 4 weken kopie polis blad wordt afgegeven aan [voornaam [gedaagde] ]
0 alle horeca appratuur aansluiten regelt [voornaam [gedaagde] ]
0 ook garantie tbv horeca appratuur of aansluiten regelt [voornaam [gedaagde] ]
0 containers na sloop is gebleken meer containers nodig 1500 euro extra kostenpuinafvoer
0 aanvaarding werken vindt plaats nadat de opdrachtnemer aan zijn verlichting geeft voldaan comfort offert de opdrachtnemer zal opdrachtgever verzoeken om een opname te doen ruimschoots van te voren ,zodat aannemer gereed kan zijn oplevering voorbehoud afwerkpuntjes houd je altijd in de bouw
0 meerwerk wordt voor uitvoering besproken met opdrachtgever en pas bij tekenen offerte uitgevoerd
0 [eiseres] is niet verantwoordelijk prijsstijgingen prijzen materialen leveren materialen
Bij stijgingen wordt dit door berekent aan opdrachtgever via een nota
0 [eiseres] is ook niet verantwoordelijk door niet tijdig kunnen krijgen materialen of door vertraging
Externe partijen ,ook niet verantwoordelijk voor bouwstop of andere zaken
0 ook problemen door oorlog oekraine of wereld economie levering problemen [eiseres] niet verantwoordelijk
0 garantie 1 jaar fabriek garantie 2 jaar door [eiseres] indien anders na bespreking opdrachtgever
0 garantie kan langer indien door [eiseres] jaarlijks onderhoud wordt uitgevoerd of check up
dit is het extra bijlage tbv offerte (…)
3.16.
Op 15 juli 2022 ontving [gedaagde] van de gemeente het bericht dat een bouwstop werd ingelast, nadat uit een controle bleek dat de aanvang van de werkzaamheden niet bij de gemeente was aangemeld en er voor de werkzaamheden geen goedgekeurde stukken waren. De gemeente vroeg in dit bericht bepaalde documenten op. [1]
3.17.
Hierop heeft de architect bij [eiseres] (de door de gemeente verlangde) informatie opgevraagd. Op 19 juli 2022 stuurde de architect de gemeente een e-mail met de constructieve berekening, de wijziging van de constructie (van staal naar hout), uitvoeringstekeningen, en foto’s van de voortgang. [2]
3.18.
Op 10 augustus 2022 berichtte de gemeente aan [gedaagde] dat de werkzaamheden mochten worden hervat.
3.19.
Op 4 oktober 2022 had [eiseres] in totaal € 97.190,08 (ex btw) gefactureerd.
3.20.
Op 21 oktober 2022 nodigde de architect [eiseres] uit voor een overleg.
3.21.
Op 21 oktober 2022 had [gedaagde] inmiddels € 99.450 betaald (inclusief BTW).
3.22.
Bij e-mail van 25 oktober 2022 heeft de architect aan [eiseres] het volgende meegedeeld naar aanleiding van een recente bespreking:
“Goedemorgen [voornaam [eiseres] ]en [voornaam [gedaagde] ], Heel erg bedankt voor de meeting en dat er even goed overleg geweest. Dat voelt goed. Duidelijke afspraken gemaakt:
  • [voornaam [gedaagde] ] laat aanstaande vrijdag weten ivm financiering AVR en anders zijn plan B.
  • [voornaam [gedaagde] ] gaat achter Dunea en Stedin aan om te zorgen dat dit zsm wordt aangesloten.
  • [voornaam [gedaagde] ] stemt af met [voornaam [eiseres] ] wanneer de bakwand kan worden geleverd, zodat deze geplaatst kan worden.
  • [voornaam [eiseres] ] werkt deze week aan de gevel latten, bestrating, tegelvloer, verlichting en schakelmateriaal en het rolluik.,
  • Dekton afwerken volgt komende week
  • [voornaam [eiseres] ] geeft een prijsopgave voor de dakrand in staal gepoedercoat.
  • Wanneer de kiosk op slot kan en rond om veilig is om te lopen kan het hek, de wc en de schaftkeet wet, het liefst zsm. Wellicht volgende week al?
In de bijlagen het overzicht, in excel en pfd. (…)”
3.23.
Op 30 oktober 2022 schreef [naam 1] het volgende aan [gedaagde] en de architect:
“Voorwoord voor opmerkingen of aanpassingen notulen meeting 25 10
1 waar is al bang voor was en wat eigenlijk de rode draad van het hele project is dat [voornaam [gedaagde] ] zich niet aan zijn woordt en afspraken houd
(…)
0 zo lang er duidelijkheid is zal het project weer extra vertraging oplopen
Onze vraag aan [naam [gedaagde] ] Waarom kom jij je afspraken niet
niet er moet nu echt betaald gaan worden (…) afspraak was
VRIJDAG 28 10 2022 uitsluitsel niet gekomen
(…)
Ik heb vanaf start meeting 25 10 2020 aangegeven dat meerwerk richting 18000 euro ovb gaat
niet 10800 weet niet hoe dat er in gerold is tijdens de meeting niet anders dan dat er 10 % is gezegd,-wat een minimale indicatie is en niet een vast staan feit
(…)
0 excl prijzen [voornaam architect] heeft ex prijzen incl prije gemaakt graag correctie in het overzicht (…)
0 dakrand zijn we al mee bezig (…) ik heb aangegeven dat het ten minste 8000 euro ex is graag aanpassen wat het
eind totaal is kan ik nu nog niet zeggen ,aangezien ik hem zo strak mogelijk wil maken (…)”
3.24.
Op 31 oktober 2022 heeft de architect als volgt geantwoord op dit bericht:
“Inderdaad afgelopen vrijdag zijn er afspraken gemaakt omtrent duidelijkheid verschaffen van de financiering van [voornaam [gedaagde] ]. (…)
Wat mij bevreemd is dat tijdens ons laatste prettige gesprek er niets is gezegd van jou kant dat de getallen in mijn overzicht niet kloppen. Naar mijn mening kloppen deze wel, want deze zijn gewoon over genomen van jou eigen facturen en offertes. Ik heb in het overzicht de prijs incl EN ex btw gezet. Daarnaast als reactie op mijn mail vraag je om allemaal zaken aan te passen in de notulen, maar waarom wordt dit dan niet wanneer wij met elkaar zitten meteen besproken? Net als aan tafel toen vroeg ik om duidelijkheid. En nu komen er weer achteraf allemaal extra meerwerk of extra kosten. Graag ontvangen wij zsm van jou een overzicht van het meerwerk en de daadwerkelijke kosten van de stelposten uit te offerte als ook de extra kosten waar jij het over hebt. Kan je daar facturen van laten zien?
Wat ik graag nog even wil aanhalen (…) Ik vind het top dat de gevel wordt geplaatst en het rolluik. (…) Mijn voorstel is om nog eens met elkaar om de tafel te zitten om de afspraken scherp te zetten en het overzicht van alle kosten met elkaar vast te stellen. (…)”
3.25.
Op 3 november 2022 stuurde de architect [eiseres] en [gedaagde] een spreadsheet met een overzicht van facturen, de betalingen en een inventarisatie van meerwerk en minderwerk. [3]
3.26.
In de loop van oktober 2022 kreeg [gedaagde] meer moeite om de facturen van [eiseres] te bekostigen.
3.27.
Op 3 november 2022 vond een bespreking plaats tussen [eiseres] en [gedaagde] (en de architect). Hierbij was het onderwerp hoe [gedaagde] kon worden gefinancierd om de openstaande facturen van [eiseres] te betalen.
3.28.
Op 3 november 2022 stuurde de architect een e-mail aan [gedaagde] en [eiseres] met een ‘overzicht zoals vanmorgen besproken’. Bij de e-mail ging de volgende bijlage:
3.29.
Namens [eiseres] is [gedaagde] bij brief van 9 november 2022 gesommeerd om de onbetaalde facturen op uiterlijk 11 november 2022 (17:00 uur) te voldoen. Dit heeft [gedaagde] niet gedaan.
3.30.
Op 28 november 2022 e-mailde de architect [eiseres] met het verzoek om naar aanleiding van de laatste bespreking een overzicht te sturen van de meer- en minderwerkposten en de definitieve aanvullende kosten.
3.31.
Bij e-mail van 30 november 2022 vroeg de architect aan [eiseres] of al tijd was om de bouwkeet, het toilet en het hekwerk te verwijderen.
3.32.
Op 6 december 2022 heeft [gedaagde] een bedrag van € 15.000 aan [eiseres] betaald.
3.33.
Op 9 december 2022 schreef de architect het volgende aan [eiseres] :
“1. Dat begrijpen wij. Echter zullen wij niet alles betalen voordat er 100% alles klaar is. (…) Na onze laatste meeting was er volgens ONS overzicht een totaal bedrag van +/- 162000 tbv bouwkosten. Er is een hand gegeven op 108k ex btw. Nu met alle extra kosten is dit is dit significant meer geworden. (…)
2. Is er al een factuur gestuurd tbv het Dekton? De specificatie van het materiaal is ook al meer dan een jaar voor jou bekend.
Dit heeft jou ook ruim de gelegenheid gegeven om hier naar te zoeken. Niet alles is inderdaad bij de Bouwmaat te koop.
Zodra er een factuur, met een redelijke betaaltermijn, voor het Dekton is ontvangen kan deze snel voldaan worden
3. Zelfde geld voor de dakrand. Stuur een factuur met een redelijke betaaltermijn en deze wordt snel betaald. Wanneer het gat afgedicht wordt met een plank kan het hekwerk ewg. De bouwkeet wordt niet gebruikt en inmiddels kan er ook in de kiosk warm binnen worden gezeten. De bouwkeet wordt niet gebruikt (…) Nu de werkzaamheden bijna klaar zijn geeft de gemeente ook aan dat dit al weg kan. (…)
Vanuit eerdere mail correspondentie van jou zijde wordt gesproken over een overzicht wat door je boekhouder wordt gemaakt, maar tot op heden niets ontvangen.
Volgens mijn informatie staan er op het moment van schrijven geen facturen open.
(…)PS. De gevel in de olie zetten, is daar al overeenstemming met elkaar over bereikt? Je blijft hierover terug komen, maar naar mijn informatie niet. (…)”
3.34.
Op 12 december 2022 stuurde de architect aan [eiseres] het volgende bericht:
“(…) In jou brief van 5 oktober 2022 word geschreven over een financieel overzicht die wij op 10 oktober zouden moeten hebben ontvangen. Wij wachten hier graag nog tot einde van de week op. De 4 nog openstaande facturen worden zsm voldaan. (…)”
3.35.
Op 12 december 2022 hadden partijen het volgende WhatsApp-gesprek:
“[ [eiseres] :] Beste [voornaam [gedaagde] ] zoals besproken blijft de bouw keet staan en hekwerk en zal de kiosk in de olie worden gezet tegen betaling gesprek. (…)
[ [eiseres] :] Deze app accoord ja of nee
[ [gedaagde] :] Deze is accoord bij deze Stuur ik door nasr [voornaam architect]”
3.36.
Begin januari 2023 moest [gedaagde] op last van de gemeente de tijdelijke kiosk verwijderen.
3.37.
Medio januari 2023 wisselden [eiseres] en [gedaagde] de volgende berichten op Whatsapp:
12 januari 2023:
[ [eiseres] :] Nee sorry [voornaam [gedaagde] ] wil eerst geld op mijn rekening
Je bent al maanden bezig sleutel pas als geld op rekening staat zoals aangegeven
(…)
14 januari 2023:
[ [gedaagde] :] Staat op je rekening
Wanneer spreken we af?
15 januari 2023:
[ [gedaagde] :] ?
[ [eiseres] :] Beste [voornaam [gedaagde] ] het is nu weekend en ben er niet we kunnen morgen afspreken tijdstip hoor je agenda ligt op kantoor .. zal ook even checken of geld is aangekomen fijne zondag [voornaam [gedaagde] ] ben verder vandaag niet bereikbaar is de dag van rust en tijd voor je gezin
16 januari 2023:
[ [eiseres] :] 16 uur vandaag
Jij en ik niemand anders
[ [gedaagde] :] Ok”
3.38.
Op 15 januari 2023 heeft [gedaagde] € 30.000 aan [eiseres] betaald.
3.39.
Op 16 januari 2023 hebben [eiseres] en [gedaagde] het volgende (door [eiseres] opgestelde) document ondertekend:
“Onderwerp 1 ste oplevering met bedoeling overhandiging sleutel
[eiseres] bv aan [[gedaagde]
] waar [voornaam[gedaagde] ]
belooft alle facturen zal betalen dat begint met ontvangst [gedaagde] van zijn btw dit wordt op [eiseres] gestort bank rekening
(…)
1 zoals besproken komt er 18 000 bij op de hoofd offerte
Duurdere inkoop materiaal en arbeid dus ,staat los van meerwerk
Facturen /offertes/overzichten [architect]
2 dak rand van zink wordt ter plaatse gemaakt en gesoldeerd
Is dus arbeids instensief kosten 12500 excl 21% btw plus minus
Akkoord gemeente
3 boogrand van zink 4000 a 5000 euro excl 21 % btw akkoord gemeente
Akkoord gemeente beide zowel dakrand of boogrand zit niet in hoofd offerte of meerwerk factuur is aparte opdracht
4 rolluik was stelpost meerprijs totaal is 4500 euro en 500 in kleur brengen totaal 5000 apart te factureren is excl 21 % btw
5 overzicht met andere specificatie wordt getekend door [[gedaagde]
]
Overzicht heeft kenmerk 03112022
6 alle minderwerk is verrekend bij onderteken dit document
(…)
Let op door niet tijdig betalen is de kiosk niet helemaa klaar
De schade daarvan is totaal voor [[gedaagde]
]
Alle opleveringen gebeuren tussen [[gedaagde]
] en [eiseres] zonder externe partijen of soort geleijke
1 paar punten dossier 031122 bladzijde 2 kiosk nassauplein
0 indien nodig sluit [voornaam[gedaagde]
] de zaak ivm plaatsen dekton -komt kosten bij-
voorgevel inkoop materiaal berekening volgt en nota zit niet in meerwerk of overzicht
0 indien nodig sluit [voornaam[gedaagde]
] de zaak bij plaatsen zink voorgevel.
Ivm branddruppels solderen dus veiligheid klanten en werkmensen.
De speciale afwerkdeksel word apart gefactureerd zit niet in aanneemsom of meerwerk aparte opdracht
Hekwerk afscheiding gaat alleen aan de voorkant open- de zijkanten niet
Kosten voor [naam 4] ook aansluiten water ,riool en stroom aparte factuur.
[voornaam[gedaagde]
] houd zich aan de afspraak en zal tot de laatste cent alles terug betalen en alle facturen voldoen.
Bij niet nakomen gaat [voornaam[gedaagde]
] akkoord dat hij opdraait voor alle kostenDie nodig zijn om als nog het openstaande en schade te verhalen via externe kantoren .
We gaan er van uit dat [[gedaagde]
] gewoon betaald .
En in dit vertrouwen geven wij vandaag de sleutel aan [[gedaagde]
] (…)”
3.40.
Op 23 februari 2023 heeft de architect [eiseres] als volgt bericht:
“In navolging op jou mail van 15 Oktober 2022, waarin jij schrijft uiterlijk de 24e Oktober een nieuwe berekening omtrent het duurder worden van het project toe te sturen. Tot op heden van jou niets hierover mogen ontvangen. Daarnaast willen wij jou vragen om een overzicht van jou kant te sturen. Voor ons is nu totaal niet duidelijk op basis waarvan wij nu door jou / [eiseres] gefactureerd worden. Tot die tijd kunnen wij geen betaling doen zonder onderliggend overzicht. (…)”
3.41.
Op 20 maart 2023 heeft de architect aan [eiseres] een e-mail gestuurd waarin wordt opgemerkt dat de boog van de voorgevel anders is afgewerkt dan in de ontwerptekening. de architect stelt vast dat deze afwijking niet is afgestemd en verlangt om uitleg daarover. Ook vindt de architect dat de afwerking alsnog volgens de ontwerptekening wordt gedaan.
3.42.
In aanloop naar deze procedure heeft [eiseres] conservatoir verhaalsbeslag doen leggen, met verlof van de voorzieningenrechter in deze rechtbank.

4.Het geschil

in conventie

4.1.
[eiseres] vordert, na vermeerdering van eis, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van:
I. € 127.550,14 (inclusief BTW), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 8 dagen na de factuurdata (volgens productie 8 bij dagvaarding) en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 3 dagen na het eindvonnis;
II. € 2.150, 50 aan buitengerechtelijke incassokosten, € 659,12 aan beslagkosten, € 2.333,18 aan deskundigenkosten;
III. € 10.809,92, te vermeerderen met de BTW;
een en ander bij een uitvoerbaar bij voorraad de verklaren met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten (waaronder de beslagkosten).
4.2.
[gedaagde] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.4.
[gedaagde] vordert in reconventie – uitvoerbaar bij voorraad – dat [eiseres] wordt veroordeeld tot opheffing van de ten laste van [gedaagde] gelegde beslagen, zulks binnen een week na betekening van het vonnis, en op straffe van een dwangsom van € 500 per dag per beslagobject, en met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
4.5.
[eiseres] voert verweer.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

In conventie
Vooraf: schending substantiëringsplicht?
5.1.
[gedaagde] verwijt [eiseres] in de dagvaarding de substantiëringsplicht te hebben geschonden, omdat [eiseres] ten onrechte schreef dat [gedaagde] geen verweer had gevoerd of een inhoudelijke reactie had gegeven op de ingebrekestellingen die [eiseres] had gestuurd. Een zodanig flagrante onwaarheid leidt volgens [gedaagde] tot een nietige dagvaarding.
5.2.
De rechtbank constateert de mededeling in de dagvaarding dat [gedaagde] niet inhoudelijk op de ingebrekestellingen heeft gereageerd, in letterlijke zin deels klopt: [gedaagde] heeft de ingebrekestellingen niet direct beantwoord met een inhoudelijk verweer. Maar dat betekent nog niet dat aan [eiseres] geen verweren van [gedaagde] tegen de vorderingen bekend waren, en dát is waarover eisers op grond van artikel 111 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering in de dagvaarding duidelijkheid moeten geven.
Gelet op de e-mails van 25 oktober, 30 november en 8 december 2022 over de huur van het bouwplaatsmateriaal; [4] de e-mails van 31 oktober en 9 december 2022 over de specificatie van het meerwerk en de meerkosten; [5] en de rappel e-mail van 23 februari 2023 [6] kon [eiseres] in de dagvaarding in gemoede niet zeggen dat haar geen verweren tegen haar vorderingen bekend waren. Dat [eiseres] die verweren onzin vond, is daarbij niet relevant: zij had de verweren in de dagvaarding kort moeten vermelden en moeten uitleggen waarom zij ze onzin vond, onder vermelding van de bewijsmiddelen en/of getuigen zij daarvoor kon aanleveren.
5.3.
Door in de dagvaarding ten onrechte het beeld te schetsen dat [eiseres] geen enkele reactie van [gedaagde] op haar facturen had ontvangen, is het partijdebat in deze zaak voor een belangrijk deel pas na de conclusie van antwoord op gang gekomen. De rechtbank verbindt aan deze schending van artikel 111 lid 3 Rv daarom de gevolgtrekking dat zij voor de pleitnota en aanvullende akte geen forfaitaire vergoeding toekent.
5.4.
Mede naar aanleiding van de zittingsagenda hebben partijen na de conclusie van antwoord aanvullende bewijsstukken in het geding gebracht. De advocaten hebben tijdens de zitting ruim mogen pleiten aan de hand van een pleitnota, en partijen hebben na de zitting nog een nadere akte over een belangrijke e-mail mogen nemen. Het partijdebat is daarmee alsnog voldoende gevoerd, zodat de rechtbank geen grond ziet voor verdere gevolgtrekkingen. Tot nietigheid leidt de schending van artikel 111 lid 3 Rv niet (zie artikel 120 lid 4 Rv).
Inhoud aanneemovereenkomst
5.5.
Om te kunnen beoordelen of [gedaagde] [eiseres] nog iets moet betalen, moet eerst duidelijk zijn welke afspraken partijen precies hebben gemaakt.
5.6.
Partijen zijn het er niet over eens welke afspraken zij precies hebben gemaakt, zodat de rechtbank dit eerst moet vaststellen. Volgens vaste rechtspraak moet de rechtbank daarbij letten op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan elkaars gedragingen mochten toekennen en op wat zij in het licht van alle omstandigheden van het geval redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. [7]
5.7.
De rechtbank zal hierna eerst beoordelen welke documenten en afspraken onderdeel uitmaken van de aannemingsovereenkomst; daarna komt zij terug op de afzonderlijke facturen.
Materialenlijst
5.8.
Een van de belangrijkste punten waarover partijen van mening verschillen, is in hoeverre de overeenkomst [eiseres] vrij liet bij het kiezen van materialen en werkwijzen.
5.9.
De offerte van 1 mei 2022 van [eiseres] verwijst naar de tekeningen van de architect en naar de materialenlijst die de architect had opgesteld (“
Werkzaamheden zie tekeningen [naam architect] ook materiaal keuze zie uitvoering tekeningen”). Die documenten zijn niet aan de offerte gehecht; partijen verschillen van mening over naar welke (versie van de) tekeningen precies wordt verwezen.
5.10.
[eiseres] stelt dat is verwezen naar de tekeningenset en materialenlijst die de architect op 27 mei 2022 heeft gemaakt, wat zou kunnen omdat de offerte van 1 mei 2022 door partijen pas op 29 mei 2022 is ondertekend.
5.11.
[gedaagde] stelt dat het gaat om de versie van de tekeningen en materiaallijst die door de architect op 28 april 2022 aan [eiseres] is gestuurd.
5.12.
De rechtbank vindt voldoende onderbouwd dat in de offerte wordt verwezen naar de tekeningen van 28 april 2022. Omdat die kort voor het opstellen van de offerte van 1 mei 2022 met [eiseres] zijn gedeeld, ligt het voor de hand dat de offerte op basis daarvan is opgesteld.
5.13.
Maar: uit de e-mail van de architect van 8 juni 2022 blijkt dat de materiaallijst in de eerder toegezonden versie van de tekeningen ontbrak: “
Ik zie dat ik per abuis bij de vorige tekeningenset de laatste pagina met materialen niet had toegevoegd, In de nieuwe set in de bijlagen is deze nu toegevoegd.” De kans bestaat dus dat de architect de materiaallijst pas aan [eiseres] heeft gezonden nadat de offerte was opgesteld en ook nadat partijen die voor akkoord hadden ondertekend.
5.14.
Ter zitting heeft [eiseres] gesteld dat al in een vroeg stadium is besproken dat in plaats van aluminium een andere materiaalsoort moest worden gekozen, omdat aluminium zeer moeilijk te bewerken is. Maar [naam 1] heeft desgevraagd verklaard dat dit gesprek na de offerte was. Uit niets blijkt dat de offertetekst na deze voortschrijdende inzichten is gewijzigd, dus vóórdat deze is ondertekend. [gedaagde] heeft dit betwist.
5.15.
[eiseres] verwijst in haar akte naar een materialenlijst die de architect op 27 mei 2022 zou hebben toegezonden, maar zij heeft dit document in strijd met artikel 85 lid 1 Rv niet overgelegd. Daardoor blijft onduidelijk naar welke materialenlijst haar offerte verwijst. Deze onduidelijkheid in de afspraken over de gebruikte materialen komt voor risico van [eiseres] ; waar dat concrete gevolgen heeft, zal de rechtbank bij de beoordeling van de afzonderlijke facturen benoemen.
E-mail 8 juni 2022
5.16.
Volgens [gedaagde] is de e-mail van 8 juni 2022 die de architect namens [gedaagde] aan [eiseres] heeft gestuurd, aan te merken als een aanvullende overeenkomst waardoor onder meer de bepalingen van de U.A.V. op de overeenkomst van toepassing zijn. [eiseres] betwist dit.
5.17.
Uit de tekst van de e-mail blijkt dat de architect namens [gedaagde] enkele onderwerpen noemt die zij zouden willen toevoegen aan de overeenkomst; de e-mail bevatte alleen vragen en voorstellen. Nergens blijkt uit dat [eiseres] al die voorstellen heeft aanvaard. In de aanvullende overeenkomst die [eiseres] een week later aan [gedaagde] ter ondertekening voorlegde, waren enkele vragen van de architect beantwoord maar de meeste voorstellen waren niet overgenomen. In die context volgt uit het feit dat [eiseres] na 8 juni 2022 aan de slag is gegaan niet dat hij de door de architect gedane voorstellen stilzwijgend heeft aanvaard.
5.18.
De e-mail van 8 juni 2022 is dus niet aan te merken als een aanvullende overeenkomst; de bepalingen van de U.A.V. zijn op de overeenkomst tussen partijen niet van toepassing.
Aanvullende overeenkomst II vernietigbaar
5.19.
[gedaagde] doet een beroep op vernietiging van de tweede aanvullende overeenkomst op grond van dwang of misbruik van omstandigheden.
5.20.
[eiseres] vindt dat geen sprake is van dwang of misbruik van omstandigheden omdat zij ook gewoon een beroep had kunnen doen op haar retentierecht, maar dan had [gedaagde] helemaal geen geld meer kunnen verdienen en [gedaagde] zat al in de financiële problemen. Het retentierecht was alleen wel het laatste stukje zekerheid dat [eiseres] nog had, daarom heeft ze het aangepakt zoals ze heeft gedaan.
5.21.
De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep op vernietiging slaagt (artikel 3:44 lid 4 jo. lid 1 BW), en wel op grond van de volgende omstandigheden.
5.21.1.
De rechtbank heeft begrip voor het dilemma waarvoor [eiseres] zich geplaatst zag: haar schuldenaar verkeerde in financiële problemen en door hem de sleutel tot de kiosk niet te geven, zou zij het hem feitelijk onmogelijk maken om nog aan zijn verplichtingen te voldoen. Maar als zij hem de sleutels wel zou geven, dan was zij haar enige zekerheidsrecht kwijt. Dit was een moeilijke afweging, maar één die zij eenzijdig kon maken. Het was niet aan haar om eenzijdig een andere oplossing voor dit dilemma te forceren, maar dat is wel wat zij heeft gedaan.
5.21.2.
Tegen het einde van 2022 verkeerde [gedaagde] in flinke geldnood; hij kon de facturen van [eiseres] niet betalen en had zich in de schulden gestoken bij geldschieters. De financieringsbereidheid van de geldschieters van [gedaagde] was in december 2022 gering. [gedaagde] zat klem, en [eiseres] wist dit.
5.21.3.
Uit het gesprek ter zitting maakt de rechtbank op dat [gedaagde] gedurende het gehele bouwproject minder doortastend te werk ging dan [eiseres] had verwacht. Beslissingen lieten vaak langer op zich wachten; [gedaagde] kon over bouwzaken blijkbaar moeilijk beslissen.
5.21.4.
[gedaagde] liet zich gedurende de gehele renovatie bijstaan door de architect, die in de praktijk het aanspreekpunt voor [eiseres] was voor allerhande praktische zaken; de architect controleerde ook de facturen van [eiseres] . Bij alle gesprekken met [eiseres] over de voortgang van de werkzaamheden – en over de financiering ervan – was de architect aanwezig. [eiseres] wist dus dat [gedaagde] zich bij alle beslissingen liet adviseren door de architect en die ook vaak voor hem liet spreken.
5.21.5.
Desondanks appte [naam 1] [gedaagde] op 16 januari 2023 om die middag naar de kiosk te komen, en wel alleen:
’16 uur vandaag (…) Jij en ik niemand anders (…)’. Het staat vast dat [naam 1] [gedaagde] in de kiosk heeft gezegd dat hij de door [naam 1] al opgestelde overeenkomst moest tekenen en dat [gedaagde] de sleutels van de kiosk alleen zou krijgen – en dus weer omzet kon gaan maken – als hij het document zou ondertekenen. Ter zitting vertelden partijen dat [gedaagde] toen vroeg om het document eerst door te mogen lezen en erover na te denken samen met de architect, waarop [naam 1] antwoordde dat hij ‘er klaar mee was’ en dat als [gedaagde] niet meteen zou tekenen, hij de sleutels niet zou krijgen.
5.21.6.
Tegen de hiervoor geschetste achtergrond mocht [eiseres] [gedaagde] niet instrueren om alleen naar de kiosk komen om hem daar te confronteren met een geheel nieuw document, zonder hem de kans te geven om dat document in rust te bestuderen en met de architect te overleggen. Dit geldt temeer omdat het document de aanvaarding inhield van posten waarover de architect [eiseres] herhaaldelijk om toelichting had gevraagd. Het moet [eiseres] duidelijk zijn geweest dat [gedaagde] zonder de instructies van [naam 1] tot een ander besluit zou zijn gekomen.
5.21.7.
Daarom wordt de overeenkomst van 16 januari 2023 vernietigd.
5.22.
Het wegvallen van de overeenkomst van 16 januari 2023 betekent dat deze niet als grondslag kan gelden voor de door [eiseres] gevorderde bedragen.
Dit betekent overigens niet dat alle in deze overeenkomst genoemde posten per definitie worden afgewezen. Op onderdelen is [eiseres] te voortvarend geweest zonder in aanmerking te nemen of [gedaagde] echt wilde wat [eiseres] deed, maar op andere onderdelen heeft zij [gedaagde] met haar voortvarendheid uit de brand geholpen en/of heeft [gedaagde] het goed gevonden wat [eiseres] deed. Dit wordt hierna waar nodig toegelicht bij de beoordeling van de afzonderlijke facturen.
Beoordeling afzonderlijke facturen
Factuur #2 04102022 à € 15.000 ex btw
5.23.
[eiseres] vordert € 15.000 exclusief btw, en deze factuur is volgens [eiseres] een termijnbetaling op basis van de offerte van 1 mei 2022. Volgens de administratie van [eiseres] is deze factuur niet betaald. [gedaagde] betwist gehoudenheid tot betaling, omdat [eiseres] niet heeft onderbouwd waarop deze werkzaamheden precies betrekking hebben.
De rechtbank wijst deze post toe, omdat [gedaagde] blijkens het door de architect opgestelde overzicht van 3 november 2022 voldoende aanknopingspunten had om deze factuur te kunnen koppelen aan de oorspronkelijke offerte.
Factuur #10 26102022 à € 2.000 ex btw
5.24.
[eiseres] vordert € 2.000 exclusief btw in verband met extra kosten voor de huur van containers en voor de afvoer van puin. [gedaagde] stelt dat hiertoe een bedrag van € 1.500 is afgesproken, met verwijzing naar de aanvullende overeenkomst.
5.25.
De rechtbank wijst deze vordering toe tot een bedrag van € 1.500 bruto. Het meerdere is niet toewijsbaar, omdat geen grondslag voor is aan te wijzen. Evenmin is door [eiseres] tijdig gewaarschuwd voor het ontstaan van meerwerk.
Factuur #13 28102022 à € 550 ex btw
5.26.
[eiseres] vordert € 550 exclusief btw in verband met extra kosten voor het ophalen van een foodtruck en het aansluiten van elektra ‘en stellen’. Volgens de toelichting ter zitting is volgens [eiseres] alleen nog de BTW niet betaald. Op deze factuur heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd, zodat de factuur tot € 115,50 wordt toegewezen.
Factuur #8 29102022 à € 1.500 ex btw
5.27.
[eiseres] vordert € 1.500 exclusief btw in verband met de extra inspanningen die zij heeft geleverd om de gemeentelijke vergunning voor de tijdelijke foodtruck te krijgen. De rechtbank begrijpt dat daarmee wordt bedoeld de tijdelijke snackkiosk die [gedaagde] heeft gebruikt tijdens de bouwwerkzaamheden; zij heeft dit met e-mails onderbouwd. [8]
5.28.
[gedaagde] heeft hiertegen ingebracht dat de extra werkzaamheden het gevolg waren van de afwijking van het ontwerp (op basis waarvan de gemeentelijke vergunning was verstrekt) door [eiseres] . De extra kosten daarvoor moet [eiseres] dus zelf dragen, aldus [gedaagde] .
5.29.
De rechtbank wijst deze post toe. De vergunning ziet op de tijdelijke kiosk en niet het tekeningwerk van de renovatieplannen of werkzaamheden aan de nieuwe vaste kiosk. [gedaagde] heeft niet betwist dat voor de plaatsing van de tijdelijke kiosk sowieso een vergunning nodig was.
Factuur #11 30102022 à € 2.000 ex btw (dakrand maken in curve)
5.30.
[eiseres] vordert vergoeding voor meerwerk dat ziet op het maken van een dakrand in een curve en het branden van het dak met bitumen. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] akkoord heeft gegeven voor dit meerwerk; zij verwijst daarvoor naar de e-mail van de architect van 12 december 2022.
5.31.
[gedaagde] betwist dat hiervoor opdracht is gegeven en vindt dat niet duidelijk is waarom de kosten € 2.000 bruto belopen.
5.32.
De rechtbank wijst deze post af, om de volgende redenen.
5.32.1.
Het is onduidelijk om welke werkzaamheden het precies gaat.
5.32.2.
Nu de tekeningen op basis waarvan de offerte was opgesteld ook een gekromde dakrand en een dak met groen erop bevatten, is zonder nadere toelichting niet duidelijk hoe [gedaagde] had kunnen begrijpen dat de nu gefactureerde werkzaamheden niet al in de oorspronkelijke aanneemsom waren inbegrepen. Een deel van de werkzaamheden aan de zinken dakrand wordt wel toegewezen; daarop gaat de rechtbank hierna in bij factuur #9.
5.32.3.
De e-mail van de architect van 12 december 2022 bevat slechts een aankondiging dat bepaalde facturen worden betaald; daarin kan de rechtbank geen (impliciete) akkoordverklaring van meerwerk lezen. Onduidelijk is ook op welke facturen de architect in die e-mail precies doelde.
Factuur #17 [ongenummerd] 12 april 2023 à € 11.350 ex btw (bouwkeet, bouwhekken, wc)
5.33.
[eiseres] vordert € 11.350 exclusief btw voor huurkosten voor de bouwkeet, hekwerk, wc en de CAR-verzekering. Zij stelt dat [gedaagde] er in een whatsapp-bericht van 12 december 2022 mee akkoord ging om deze zaken te laten staan, en dat de architect bij e-mail van 12 december 2022 akkoord gaf voor deze kosten.
5.34.
[gedaagde] stelt dat deze factuur overlapt met factuur #15, en dat hij al in oktober 2022 heeft verzocht om de wc en de bouwkeet te verwijderen.
5.35.
[eiseres] heeft de volgende WhatsApp-conversatie van 12 december 2022 overgelegd:
[ [eiseres] :] Beste [voornaam [gedaagde] ] zoals besproken blijft de bouw keet staan en hekwerk en zal de kiosk in de olie worden gezet tegen betaling gesprek. Was effe nodig grt mp
[ [eiseres] :] Deze app accoord ja of nee
[ [gedaagde] :] Deze is accoord bij deze
[ [gedaagde] :] Stuur ik door nasr [voornaam architect]
5.36.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat partijen deze WhatsApp conversatie hebben gevoerd en dat hij daarin akkoord is gegaan met het laten staan van de bouwkeet en het hekwerk. De overlap met factuur nummer 15 ziet de rechtbank gelet op productie 15 bij dagvaarding niet.
5.37.
De stelling van [gedaagde] dat in oktober 2022 is verzocht om verwijdering van de WC omdat die in de nieuwe kiosk al klaar was, heeft [eiseres] onvoldoende weersproken. Dat betekent dat de rechtbank de factuur zal toewijzen met uitzondering van de huurkosten voor de WC à € 900 bruto.
Factuur #18 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 2.680 ex btw
5.38.
[eiseres] vordert betaling van € 2.680 exclusief btw voor werkzaamheden in verband met de afwerking van gevelbekleding. [eiseres] verwijst ook in dit verband naar de whatsapp-uitwisseling van 12 december 2022.
5.39.
[gedaagde] heeft hiertegen ingebracht dat de verkeerde latten zijn gebruikt voor de kiosk, omdat de overeenkomst bepaalde dat Iroko-latten zouden worden gebruikt. Dat type latten is al weerbestendig. Daarnaast is volgens [gedaagde] niet inzichtelijk hoe de kosten zijn opgebouwd.
5.40.
De rechtbank wijst deze post af, omdat de buitenkant van de kiosk op de tekeningen waarop de offerte was gebaseerd al uit latten bestond. Hoewel niet is komen vast te staan dat [eiseres] een specifiek type latten moest gebruiken, mocht [gedaagde] er wel vanuit gaan dat [eiseres] latten zou gebruiken die voldoende weerbestendig waren, althans dat het weerbestendig maken van de gebruikte latten al in de offerte was inbegrepen. Het opleveren van de kiosk met niet-weerbestendige latten aan de buitenkant zou immers geen deugdelijk werk zijn geweest.
Factuur #19 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 3.000 ex btw
5.41.
[eiseres] vordert € 3.000 exclusief btw voor werkzaamheden voor het afdichten van de vetput “
conform afspraak 13112022”.
5.42.
Volgens [gedaagde] waren deze werkzaamheden inbegrepen in de aanneemsom.
5.43.
De rechtbank wijst deze post af.
Het klopt dat ‘afdichting’ in de overeenkomst niet met zoveel woorden is genoemd (er staat: ‘
vetput uitgraven en aanbrengen vetput’). Uit die omschrijving blijkt dat [eiseres] eerst een put zou graven, waarna zij ook nog een ‘vetput’ zou aanbrengen. Het is de rechtbank niet duidelijk waarom [gedaagde] had moeten begrijpen dat de aan te brengen vetput zonder afdichting zou worden geleverd; in de praktijk hebben vetputten uit oogpunt van hygiëne altijd enige vorm van afdichting. [eiseres] had [gedaagde] daarom moeten waarschuwen voor meerwerk; zij heeft niet gesteld dat zij dit heeft gedaan.
Factuur #20 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 6.780 ex btw
5.44.
[eiseres] vordert betaling van een volgens haar op 30 oktober 2022 aangekondigde en geaccordeerde meerwerkpost betreffende de dakrandafwerking van zink, bladvangers en een doorbelasting van 12% kosteninflatie.
5.45.
[gedaagde] stelt dat de overeenkomst geen grondslag biedt voor deze factuur, dat voor een meerwerkpost geen akkoord is gegeven en onduidelijk is waarop de inflatie van 12% is gebaseerd.
5.46.
Zoals hiervoor bij Factuur #11 30102022 al is overwogen, is niet aannemelijk geworden dat de dakrand niet deels al in de aanneemsom was inbegrepen. De daarop ziende posten worden daarom afgewezen.
5.46.1.
Op de oorspronkelijke tekeningen stonden echter geen bladvangers, en [gedaagde] heeft niet betwist dat bladvangers zijn geïnstalleerd en dat hij dit ook wilde. De daarop ziende post van € 620 exclusief btw wijst de rechtbank daarom toe.
Factuur #21 [ongenummerd] 20 maart 2023 à € 5.779,82 ex btw
5.47.
[eiseres] vordert € 5.779,82 exclusief btw voor werkzaamheden ‘houtskeletbouw kiosk in de bescherm coating zetten en beschermflappen rond om’. Volgens [eiseres] betreft het meerwerk waarvoor [gedaagde] akkoord heeft gegeven. Zij verwijst daarvoor naar de verklaring van een onderaannemer, die zij heeft overgelegd als productie 19.
5.48.
[gedaagde] voert verweer.
5.49.
Zoals hiervoor bij Factuur #18 al is overwogen, mocht [gedaagde] er vanuit gaan dat [eiseres] latten zou gebruiken die voldoende weerbestendig waren, althans dat het weerbestendig maken van de gebruikte latten al in de offerte was inbegrepen. Daarom wijst
de rechtbank deze post af.
Factuur # 22 [ongenummerd] 25 maart 2023 à € 1.200 ex btw
5.50.
[eiseres] vordert € 1.200 exclusief btw voor werkzaamheden voor het aanleggen van vloerverwarming. [gedaagde] heeft deze post ter zitting erkend; daarom wordt zij toegewezen.
Factuur #23 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 1.200 ex btw
5.51.
[eiseres] vordert € 1.200 exclusief btw in verband met het aanleggen van noodstroom, nadat er problemen bleken te zijn met de aanleg van stroom. De factuur vermeldt: “
noodstroom maken, ivm opdrachtgever te laat stedin heeft aangevraagd om toch de zaak te kunnen openen en draaien noodvoedingen getrokken en aangesloten”.
5.52.
Ter zitting heeft [eiseres] uitgelegd dat deze werkzaamheden noodzakelijk waren omdat [gedaagde] op dat moment problemen had met Stedin, die hij nog niet had opgelost. Dit heeft [gedaagde] niet weersproken; in de e-mail van 8 oktober 2022 die [eiseres] als productie 21 heeft overgelegd, maakte [eiseres] ook melding van problemen met verschillende aansluitingen, waaronder die bij Stedin. Daarom wordt de post toegewezen.
Factuur #24 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 22.974 ex btw
5.53.
[eiseres] vordert schadevergoeding voor kosten die hebben doorgelopen tijdens de door gemeente afgekondigde bouwstop vanaf 15 juli tot 10 augustus 2022. Niet in geschil is dat de achtergrond van de bouwstop door de gemeente is dat de bouwwerkzaamheden niet waren aangemeld en dat de documentatie niet compleet was. Nadat deze ontbrekende informatie was aangevuld, heeft de gemeente de bouwstop opgeheven.
5.54.
Bij deze post speelt de discussie wie verantwoordelijk was voor het aanmelden van de bouwwerkzaamheden. [eiseres] stelt dat zij daarvoor niet verantwoordelijk was; [gedaagde] vindt van wel.
5.55.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] de bouwwerkzaamheden had moeten aanmelden, en wel om de volgende redenen.
5.55.1.
De bouwvergunning was door de (oorspronkelijke) architect van [gedaagde] aangevraagd, toen [eiseres] nog niet bij het project betrokken was. [gedaagde] architect had lopende project ook contact met de gemeente over de te vergunnen werkzaamheden.
5.55.2.
In de offerte staat niet dat [eiseres] verantwoordelijk was voor vergunningskwesties, en in de overgelegde correspondentie ook niet.
5.55.3.
In de beschikking waarbij de omgevingsvergunning werd verleend, informeert de gemeente [gedaagde] als vergunninghouder op bladzijde 7 over de plicht om de bouwwerkzaamheden aan te melden; bij de beschikking zat ook een formulier om dat te doen. [9]
5.55.4.
Voorafgaand en tijdens de bouwwerkzaamheden werd [gedaagde] bijgestaan door deskundigen die hem op de aanmeldingsplicht hadden kunnen wijzen, dus het feit dat hij op bouwvlak een leek is en [eiseres] niet, baat hem hier niet.
5.56.
[gedaagde] vindt verder dat de schadeposten niet goed zijn onderbouwd, dat niet is gebleken dat [eiseres] andere projecten had en dat [eiseres] [gedaagde] niet in gebreke heeft gesteld.
5.57.
De rechtbank wijst de schadepost gedeeltelijk toe, en wel tot bedragen van € 4.000 (zonder nadere belastingen) en € 10.000 exclusief btw.
5.57.1.
De bouwstop is te wijten aan [gedaagde] en vormt een contractuele tekortkoming van [gedaagde] .
5.57.2.
Uit de mededelingen van en namens [gedaagde] aan [eiseres] dat de bouwstop haar schuld was, in combinatie met het feit dat hijzelf geen maatregelen trof maar verlangde dat [eiseres] dit deed, mocht [eiseres] afleiden dat [gedaagde] niet van plan was de tekortkoming te verhelpen. Daardoor is [gedaagde] in verzuim geraakt.
5.57.3.
Het is aannemelijk dat [eiseres] door de vertraging schade heeft geleden; zij heeft [gedaagde] in haar e-mail van 18 juli 2022 ook gemeld dat haar bedrijf door de bouwstop stil stond. [10]
5.57.4.
[eiseres] heeft de opgevoerde posten weinig concreet onderbouwd. Zij stelt dat de bouwstop gold tijdens de bouwvakantie, en dit staat deels ook vast. Maar [eiseres] heeft niet gesteld dat zij andere projecten niet kon aannemen of moest verplaatsen als gevolg van de vertraging door de bouwstop. Ter zitting heeft [eiseres] toegelicht dat zij al ingehuurde krachten door het plots afroepen van de bouwstop niet anders meer kon inzetten; hoewel dit op zich wel aannemelijk is gelet op de ongeplande plotselinge onderbreking van haar werkzaamheden, heeft [eiseres] deze schadepost niet geconcretiseerd met bijvoorbeeld aantallen werknemers en loonkosten. De gevorderde gederfde winst, berekend pro rata over een gemiddelde jaaromzet, is onvoldoende concreet en niet op die manier toewijsbaar. De rechtbank begroot de schade met gebruikmaking van artikel 6:97 BW op € 4.000; over dit bedrag zal gelet op de aard ervan geen btw worden toegewezen.
5.57.5.
Dat bepaalde honoraria van onderaannemers ondanks de bouwstop bij [eiseres] in rekening werden gebracht, zonder dat die op de onderhavige kiosk kunnen worden geboekt, is wel direct te relateren aan de bouwstop en is als schadepost toewijsbaar. [eiseres] heeft twee brieven [11] overgelegd van door haar ingeschakelde onderaannemers die haar aansprakelijk stellen voor hun schade door de bouwstop, in totaal € 13.180 exclusief btw. [gedaagde] betwist dat de schade zo hoog is, en ook hier wreekt zich dat [eiseres] de posten niet concreet heeft onderbouwd (welke materialen en welke werkzaamheden, voor hoeveel krachten tegen welk loon). De rechtbank begroot de schade met gebruikmaking van artikel 6:97 BW op € 10.000; over dit bedrag zal gelet op de aard ervan wel btw worden toegewezen.
Factuur #25 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 4.370 ex btw
5.58.
[eiseres] vordert € 4.370 exclusief btw voor hoger uitgevallen materiaalkosten; die hogere prijzen zijn te wijten aan vertraging in de bestelling, en die vertraging wijt [eiseres] aan de te late betaling van facturen door [gedaagde] . Dat zij [gedaagde] heeft gewaarschuwd voor een prijsstijging van bouwmaterialen van circa 10% blijkt volgens [eiseres] uit het bericht aan [gedaagde] van 3 oktober 2022 (verstuurd op 5 oktober 2022). [12]
5.59.
[gedaagde] vindt de factuur volstrekt onduidelijk. Het gaat volgens hem om posten die pas in april 2023 achteraf zijn gefactureerd, zonder enig overleg of onderbouwing.
5.60.
De rechtbank wijst deze posten af, op de volgende gronden:
5.60.1.
[eiseres] heeft wel voldoende onderbouwd dat zij [gedaagde] tijdig heeft gewaarschuwd voor het ontstaan van hogere kosten door gestegen prijzen van bouwmateriaal. Daarbij betrekt zij mede dat door [gedaagde] niet is betwist dat dit bericht is ontvangen en dat zij tijd had om zich te beraden op de meerkosten (art. 7:753 en 7:754 BW).
5.60.2.
[eiseres] heeft echter onvoldoende onderbouwd om welke bouwkosten het precies gaat en hoe zij het verschil in kosten heeft berekend. Volgens het bericht van 3 oktober 2022 zou [eiseres] [gedaagde] later in oktober 2022 een specifiek overzicht met kostenstijgingen sturen, maar gesteld noch gebleken is dat zij dit vervolgens ook heeft gedaan.
5.60.3.
Gelet op het feit dat niet alle door [eiseres] opgevoerde werkzaamheden worden toegewezen omdat van sommige moet worden aangenomen dat deze waren inbegrepen in de aanneemsom, kan de rechtbank bij gebrek aan inzicht in welke kosten het betreft ook niet schatten wat de schade is.
5.61.
Verder bevat deze factuur ook een post aan meerwerk voor de gevelafwerking, maar daarvoor geldt hetzelfde als voor de daarop ziende posten in facturen #18 en #21.
Factuur #26 [ongenummerd] 20 april 2023 à € 867 ex btw
5.62.
[eiseres] vordert een betaling voor meerwerk voor het aanbrengen van natuursteen in het voorportaal van de kiosk, in plaats van de oorspronkelijk overeengekomen bestrating zoals die er al lag.
5.63.
[gedaagde] betwist dat dit meerwerk is overeengekomen; de afspraak was dat er Dekton zou worden geplaatst.
5.64.
De rechtbank is van oordeel dat [eiseres] voldoende heeft onderbouwd dat er overeenstemming was over het aanpassen van de opdracht. Daarbij komt dat hier sprake lijkt van een spraakverwarring, want Dekton is kunst-natuursteen. De opgevoerde prijs past bij (het plaatsen van) dit materiaal en zal worden toegewezen.
#27 [ongenummerd] 9 mei 2023 à € 5.063 exclusief btw
5.65.
[eiseres] vordert € 5.063 exclusief btw voor diverse meerwerkzaamheden. [gedaagde] betwist dat over de onderdelen van deze factuur overeenstemming is bereikt.
5.66.
De rechtbank wijst deze post af, omdat niet is gesteld of onderbouwd dat voor het gefactureerde meerwerk tijdig is gewaarschuwd. Gelet op de betwisting van [gedaagde] heeft [eiseres] onvoldoende met stukken onderbouwd dat er overeenstemming over was. Ten aanzien van het groene dak merkt de rechtbank op dat op de tekeningen waarop de offerte was gebaseerd al een groen dak is te zien, zodat de aanleg ervan onderdeel uitmaakte van de aanneemsom.
Factuur #7 05032023 4 maart 2023 à € 5.000 ex btw
5.67.
[eiseres] vordert € 5.000 exclusief btw voor meerwerkzaamheden in verband met het plaatsen van het rolluik. [eiseres] stelt dat deze meerprijs (onder meer) is aangekondigd in haar bericht van 3 oktober 2022.
5.68.
[gedaagde] stelt dat de kosten voor deze werkzaamheid € 1.500 zouden bedragen volgens de offerte van 1 mei 2022.
5.69.
De rechtbank is van oordeel dat de enkele algemene waarschuwing voor prijsstijgingen onvoldoende is om als waarschuwing voor deze specifieke kosten te gelden. Dat leidt tot afwijzing van deze post.
Factuur #9 06032023 4 maart 2023 à € 6.490 ex btw
5.70.
[eiseres] vordert € 6.490 exclusief voor werkzaamheden om de (gebogen) zinken dakrand te plaatsen en voor extra materiaalkosten van € 890. De werkzaamheden voor de dakrand zijn verdeeld over twee facturen: deze en de factuur van 20 april 2023. [eiseres] stelt dat zij in haar e-mail van 30 oktober 2022 heeft gewaarschuwd voor het ontstaan van dit meerwerk.
5.71.
[gedaagde] stelt dat dit geen meerwerk maar een minderwerkpost is, omdat de aannemingsovereenkomst aluminium betrof en zink goedkoper materiaal is en eenvoudiger te bewerken. Voor zover dit een voor verrekening vatbare minderwerkpost zou betreffen, heeft [gedaagde] niet specifiek gesteld tot welke prijsvermindering dat zou moeten leiden.
5.72.
De rechtbank zal voor de extra werkzaamheden aan de zinken dakrand, opgevoerd in deze factuur en in facturen , in totaal een bedrag van € 8.000 exclusief btw toewijzen.
5.72.1.
Op de tekeningen waarop de offerte is gebaseerd, is te zien dat de dakrand krom is. [gedaagde] mocht ervan uitgaan dat die rand netjes zou worden afgewerkt, maar op basis van de tekeningen was niet duidelijk welke afwerking hij precies mocht verwachten.
5.72.2.
De rechtbank ziet in de correspondentie een verzoek van de architect aan [eiseres] om een prijsopgave voor de dakrand in gepoedercoat staal. [13] Ook in de overzichten die de architect heeft opgesteld van 25 oktober 2022 [14] en 3 november 2022 [15] staat een post voor meerwerk in verband met de dakrand, voor een geschat bedrag van € 8.000 exclusief btw. In het mailbericht van 30 oktober 2022 [16] bevestigde [eiseres] dat ze met de dakrand bezig was en dat deze werkzaamheden op zijn minst € 8.000 (maar mogelijk meer) zouden kosten. Uit deze correspondentie en overzichten maakt de rechtbank op dat partijen het erover eens waren dat er voor € 8.000 exclusief btw aan meerwerk aan de dakrand zou worden uitgevoerd. Voor het meerdere is niet aannemelijk geworden dat dit geen kosten zijn die al in de aanneemsom waren inbegrepen; daarvoor zijn de facturen en onderbouwing onvoldoende specifiek.
Factuur 16012023 à € 10.809,92 ex btw
5.73.
[eiseres] vordert na vermeerdering van eis tot slot een factuur van € 10.809,92 exclusief btw met de omschrijvingen ‘oplevering termijn’ en ‘hoofd aanneemsom’. [eiseres] licht toe dat deze factuur per abuis buiten het facturenoverzicht is gelaten en dat deze factuur correspondeert met 10% van de aanneemsom. [eiseres] stelt dat uit het overzicht van de architect van 3 november 2022 blijkt dat [gedaagde] deze factuur heeft erkend.
5.74.
[gedaagde] vindt dat de eisvermeerdering ontoelaatbaar is, omdat de akte eiswijziging pas ter zitting is genomen. Daarnaast betwist hij dat de erkenning van de factuur blijkt uit het overzicht van de architect van 3 november 2022.
5.75.
De rechtbank staat de eisvermeerdering toe. Een eisvermeerdering is in beginsel toegestaan totdat er vonnis wordt gewezen. Bovendien werd de factuur wel al genoemd in de dagvaarding en heeft [gedaagde] na de mondelinge behandeling de gelegenheid gehad om bij akte op de factuur te reageren; dit heeft hij ook gedaan.
5.76.
De rechtbank wijst het gevorderde bedrag ook toe. Volgens [eiseres] gaat het om een termijnfactuur en dat is door [gedaagde] onvoldoende weersproken. Hoewel zij het overzicht van de architect van 3 november 2022 niet als erkenning kwalificeert, biedt het overzicht wel steun aan [eiseres] stelling dat op dat moment een bedrag van € 13.080 (130.680 -/- 117.600) van de oorspronkelijke aanneemsom nog niet was gefactureerd. Daarmee is deze factuur (hoewel niet exact gelijk aan € 13.080) wel degelijk te plaatsen als een termijnfactuur. Deze factuur wordt daarom toegewezen.
Minderwerkposten
5.77.
[gedaagde] doet beroep op verrekening met een aantal posten die minderwerk opleveren, voor in totaal een bedrag van ‘naar schatting € 20.000 tot € 25.000’. In de conclusie van antwoord noemt [gedaagde] zeven voorbeelden van minderwerkposten, en verwijst naar productie 22 voor de onderbouwing daarvan. In de processtukken vond de rechtbank daarin echter maar vijf thema’s. Op die thema’s gaat de rechtbank hier in.
5.78.
Dat sprake was van een stalen constructie volgens de offerte is onvoldoende onderbouwd door [gedaagde] . In de offertetekst staat ‘
aanbrengen houtskelet en stalen portalen’. De tekening die op 28 april 2022 tussen partijen is gedeeld, bevat geen aanwijzingen dat dit anders moest. De uitvoering van het skelet in hout levert daarom geen minderwerk op.
5.79.
Op de dakrand is de rechtbank hiervoor bij de behandeling van factuur #9 al ingegaan. Overigens heeft [gedaagde] ook niet toegelicht tot welke besparing het door hem gestelde minderwerk zou hebben geleid.
5.80.
[gedaagde] stelt dat de omkasting van de afzuiginstallatie op het dak van aluminium zou worden gemaakt, maar dat dat niet is uitgevoerd. Deze stelling is onvoldoende onderbouwd. Niet toegelicht is waaruit de afspraak over de omkasting blijkt; ook is niet toegelicht is wat wél is uitgevoerd. Daardoor kan de rechtbank niet beoordelen of er verschil zit tussen wat er is opgeleverd en de afspraken die partijen daarover hebben gemaakt.
5.81.
[gedaagde] stelt ook dat de gelegde vloertegels afwijken van de overeengekomen vloertegels, die speciaal zijn ontwikkeld voor horecavloeren. Zoals hiervoor al is overwogen, is niet komen vast te staan dat de architect de materialenlijst al aan [eiseres] had gestuurd voordat partijen de offerte ondertekenden. [gedaagde] heeft geen nadere toelichting of onderbouwing voor deze afspraak gegeven; daarom is ook deze minderwerkpost onvoldoende onderbouwd.
5.82.
Ook voor de gestelde afspraak dat het plafond zou worden afgewerkt met Glassbord Smooth white, heeft [gedaagde] alleen verwezen naar de materialenlijst.
Ook deze minderwerkpost is daarom onvoldoende onderbouwd.
5.83.
De kosten voor de vetput en het hekwerk heeft de rechtbank hiervoor al beoordeeld; [gedaagde] heeft niet onderbouwd dat daarnaast nog van minderwerk sprake is.
5.84.
[gedaagde] stelt ook recht te hebben op schadevergoeding in verband met de bouwstop. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat de bouwstop aan [gedaagde] zelf is te wijten, zodat hij daarvoor geen schadevergoeding van [eiseres] kan vorderen.
Conclusie hoofdsom in conventie
5.85.
In het voorgaande heeft de rechtbank in conventie de volgende posten toegewezen:
  • Factuur #2 04102022: € 15.000 exclusief btw,
  • Factuur #10 26102022: € 1.500 exclusief btw,
  • Factuur #13 28102022: € 115,50 aan btw,
  • Factuur #8 29102022: € 1.500 exclusief btw,
  • Factuur #17, 12 april 2023: € 10.450 exclusief btw,
  • Factuur #20, 20 april 2023: € 620 exclusief btw (dakrand: zie factuur #9),
  • Factuur #22, 25 maart 2023: € 1.200 exclusief btw,
  • Factuur #23, 20 april 2023: € 1.200 exclusief btw,
  • Factuur #24, 20 april 2023: € 4.000 (btw n.v.t.) + € 10.000 exclusief btw,
  • Factuur #26, 20 april 2023: € 867 exclusief btw,
  • Factuur #9 (+ #11 en #20) 4 maart 2023: € 8.000 exclusief btw,
  • Nagekomen factuur 16012023: € 10.809,92 ex btw.
5.86.
Op de facturen staat dat de btw over de toegewezen posten 21% bedroeg. [gedaagde] heeft dit niet weersproken, zodat de rechtbank de bedragen met 21% btw zal toewijzen, behalve factuur #13 en de € 4.000 van factuur #24. Dit betekent dat in totaal een bedrag van (€ 61.139,92 x 21% =) € 12.839,38 aan btw wordt toegewezen.
5.87.
Het totaal toe te wijzen bedrag komt daarmee op (€ 4.000 + € 61.139,92) + (€ 115,50 + € 12.839,38) = € 78.094,80 incl. btw.
Handelsrente
5.88.
[eiseres] maakt aanspraak op wettelijke handelsrente vanaf 8 dagen na de vervaldata van de afzonderlijke facturen. Nu haar vordering ziet op vertraging in de voldoening van geldsommen die [gedaagde] haar schuldig was op grond van een handelsovereenkomst – en [gedaagde] hiertegen geen verweer heeft gevoerd anders dan het hiervoor verworpen verweer dat hij die geldsommen niet hoeft te betalen – is deze vordering toewijsbaar.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.89.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank zal deze toewijzen over het toegewezen bedrag, aan de hand van de wettelijke staffel van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Over het toegewezen bedrag van € 78.094,80 is dit (€ 875 + 1% over (€ 78.094,80 - € 10.000) =) € 1.555,95.
Deskundigenkosten
5.90.
[eiseres] vordert een bedrag van (€ 476,50 + € 1.856,68=) € 2.333,18 aan deskundigenkosten, die zij gemaakt heeft in verband met de ingebrekestelling die zij op 9 november 2022 aan [gedaagde] heeft gestuurd.
5.91.
[gedaagde] heeft deze kosten niet inhoudelijk bestreden, zodat de rechtbank ze zal toewijzen als kosten in de zin van artikel 6:96 lid 2 sub b BW.
Beslagkosten
5.92.
[eiseres] vordert ook vergoeding van de gemaakte beslagkosten, bestaand uit explootkosten à € 659,12; het salaris advocaat à 1 punt × tarief V à € 1.929 en het betaalde griffierecht à € 676. [eiseres] heeft deze posten met stukken onderbouwd en [gedaagde] heeft ze niet inhoudelijk bestreden; daarom wijst de rechtbank ze toe.
Proceskosten
5.93.
Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, wordt [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. Deze worden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht € 5.061,00
- salaris advocaat € 3.858,00 (2 punten × tarief V à € 1.929,00)
- nakosten
€ 178,00(met de in de beslissing genoemde eventuele verhoging)
Totaal € 9.226,14
in reconventie
5.94.
[gedaagde] heeft een tegenvordering ingesteld; hij vordert dat [eiseres] wordt veroordeeld om de beslagen binnen een week na betekening van dit vonnis op te heffen, en wel op straffe van een dwangsom.
5.95.
De vordering in conventie wordt voor een groot gedeelte toegewezen. Gelet op de omvang van de toegewezen bedragen en de handelsrente die [gedaagde] daarover op het moment dat dit vonnis wordt gewezen al verschuldigd is, zijn de beslagen rechtmatig en voor een niet onevenredig bedrag gelegd. De vordering van [gedaagde] tot opheffing wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
5.96.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie veroordeeld. Deze worden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 614 aan salaris advocaat (1 punt x liquidatietarief II) en € 100 aan nakosten.

6.De beslissing

De rechtbank
In conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 78.094,80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente bedoeld in artikel 6:119a BW over de toegewezen bedragen vanaf 8 dagen na de vervaldata van de bij die bedragen horende (onder 5.85 genoemde) afzonderlijke facturen, tot aan de dag waarop volledig is betaald;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 2.333,18 aan deskundigenkosten;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 1.555,95 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 3.264,14 als vergoeding voor beslagkosten;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van [eiseres] van € 9.226,14 te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe. Als hij niet tijdig aan de veroordelingen in conventie en/of in reconventie voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet hij € 92 extra aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening;
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
6.8.
wijst de vordering af;
6.9.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van [eiseres] van € 714 te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening van de proceskosten;
6.10.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J-A. Seinen en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2024.

Voetnoten

1.Productie 5 van [gedaagde] .
2.Productie 6 van [gedaagde] .
3.Productie 13 van [gedaagde] .
4.Productie 15 van [gedaagde] .
5.Producties 12 en 16 van [gedaagde] .
6.Productie 19 van [gedaagde] .
7.De Haviltex-maatstaf, zie Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158.
8.Productie 13 van [eiseres] .
9.Productie 20 van [eiseres] .
10.Productie 20 van [eiseres] .
11.Productie 20 van [eiseres] .
12.Productie 21 van [eiseres] .
13.Zie de mail van 25 oktober 2022, productie 10 van [gedaagde] .
14.Productie 9 van [gedaagde] .
15.Productie 13 van [gedaagde] .
16.Productie 11 van [gedaagde] .