ECLI:NL:RBDHA:2024:23284
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier en inreisverbod voor eisers
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en het tegen hen uitgevaardigde inreisverbod. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 5 april 2023 afgewezen en inreisverboden uitgevaardigd voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft de beroepen op 8 oktober 2024 behandeld, waarbij eisers, hun gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank heeft de uitspraak op 18 december 2024 gedaan, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht de aanvraag heeft afgewezen, omdat niet is voldaan aan het mvv-vereiste en de afwijzing niet onredelijk hard is. De rechtbank heeft ook overwogen dat de minister de aanvraag inhoudelijk heeft beoordeeld en dat de beroepsgronden van eisers niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag van eisers voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd heeft mogen afwijzen en dat er geen aanleiding is voor het toekennen van proceskosten of griffierecht terug.