ECLI:NL:RBDHA:2024:23285

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
4 maart 2025
Zaaknummer
AWB 24/5145 en AWB 24/5142
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op de verzoeken om een voorlopige voorziening van verzoekers, die tegen de afwijzing van hun aanvraag hebben ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag van verzoekers, die ook de minderjarige van verzoekster omvat, afgewezen met een besluit van 5 april 2023. Na het indienen van bezwaar door verzoekers, heeft de minister op 21 maart 2024 het bezwaar afgewezen, waarop verzoekers beroep hebben ingesteld. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 8 oktober 2024 behandeld, waarbij zowel verzoekers als hun gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft op 18 december 2024 uitspraak gedaan. In een eerdere uitspraak op dezelfde dag heeft de rechtbank ook uitspraak gedaan op de beroepen van verzoekers, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de gevolgen van het bestreden besluit niet worden opgeschort. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 24/5145 en AWB 24/5142

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 december 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

Mede namens haar minderjarig kind [minderjarige]
[verzoeker] ,verzoeker
V-nummers: [V-nummer] , [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.K. Jap A Joe),
en

de minister van Asiel en Migratie

(gemachtigde: mr. E.H. de Bonth).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op de verzoeken om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de afwijzing van de aanvraag van verzoekers.
1.1.
De minister heeft deze aanvraag met het het besluit van 5 april 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 21 maart 2024 op het bezwaar van verzoekers is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld.
1.2.
De minister heeft op de verzoeken gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 8 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag (zaaknummers AWB 24/5140 en AWB 24/5144), heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.

Conclusie en gevolgen

3. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af. Dat betekent dat de gevolgen van het bestreden besluit niet worden opgeschort. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 december 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.