Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, de minister
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Mocht de minister de geboortedatum van [eiseres] aanpassen?
- Heeft [eiseres] zoveel last van wat haar in Somalië is overkomen dat zij daar niet goed over kan vertellen?
- Heeft de minister te weinig rekening gehouden met de leeftijd van [eiseres] en dat zij in Somalië alleen rekenen en schrijven heeft geleerd (het referentiekader)?
- Mocht de minister de identiteit van [eiseres] en niet geloofwaardig vinden?
- Mocht de minister de plek waar [eiseres] vandaan komt (de herkomst) niet geloofwaardig vinden?
- Is het standpunt van de minister terecht dat [eiseres] geen gevaar loopt door Al Shabaab als zij terug moet keren naar Somalië?
“een tijdje”en
“voor een korte periode”bij haar vader en stiefmoeder heeft gewoond. In het tweede gehoor heeft ze verteld dat zij daar vier jaar heeft verbleven. Tussen die twee verklaringen zit een groot verschil. [eiseres] heeft gezegd dat zij langer bij haar oma in Jowhar heeft gewoond dan bij haar vader en dat je dan in de Somalische taal zegt dat de periode dat zij bij haar vader woonde kort was. De advocaat van [eiseres] heeft geschreven dat door een tolk is bevestigd dat dit zo wordt gezegd in het Somalisch. De advocaat heeft hiervan echter geen bewijs overgelegd, zoals een verklaring van de tolk. De advocaat heeft dit ook niet in de correcties en aanvullingen op het eerste gehoor gemeld. Het is de rechtbank ook niet gebleken dat mogelijke problemen met de tolk een verklaring voor deze wisselende verklaringen kunnen zijn. De advocaat heeft een opmerking gemaakt over de tolk bij het tweede gehoor. De verklaring waaruit de minister afleidt dat [eiseres] niet in [plaats] heeft gewoond, staat in het eerste gehoor. Over de tolk bij dat gehoor heeft de advocaat geen opmerkingen gemaakt. De rechtbank oordeelt daarom dat [eiseres] op het punt van de tegenstrijdige verklaringen geen gelijk heeft.
De gevolgen van het oordeel van de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 21 augustus 2024;
- draagt de minister op binnen zes weken na de verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van [eiseres] , waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan [eiseres] .
Informatie over hoger beroep
binnen 1 weekna de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.