Uitspraak
[eiser],
de minister van Asiel en Migratie, de minister
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
‘problemen met zijn vader en ‘vrienden’ van zijn vader’en ‘
problemen vanwege etniciteit’. De rechtbank zal hier daarom niet verder op ingaan.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De aanvraag werd op 8 september 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de minister de identiteit van de eiser niet geloofwaardig achtte en meende dat hij de minister had misleid over zijn leeftijd. De rechtbank heeft de zaak op 28 oktober 2024 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn asielmotieven, waaronder problemen met de dienstplicht en geweld van zijn vader. De rechtbank oordeelt dat de minister niet ten onrechte heeft gesteld dat de verklaringen van de eiser geen samenhangend geheel vormen en dat hij niet geloofwaardig is. De rechtbank wijst ook het verzoek om een voorlopige voorziening af en concludeert dat het beroep ongegrond is. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.