ECLI:NL:RBDHA:2024:23366
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting in Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De eiser, een 85-jarige man, had zijn auto geparkeerd op een locatie waar parkeerbelasting verschuldigd was, maar stelde dat hij op het moment van de controle op weg was naar zijn auto om deze weg te halen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor het parkeren bij de verweerder ligt. De verweerder had foto’s overgelegd die met een scanauto waren gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaring van eiser aannemelijk was. Eiser had geloofwaardig verklaard dat hij op het moment van de naheffingsaanslag op weg was naar zijn auto. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van parkeren in de zin van de Gemeentewet, en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak op bezwaar werd vernietigd en de naheffingsaanslag werd vernietigd, met de verplichting voor de verweerder om het betaalde griffierecht aan eiser te vergoeden.