ECLI:NL:RBDHA:2024:23368
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding met nevenvoorzieningen en verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die in 2020 met elkaar zijn gehuwd. De vrouw heeft op 28 september 2023 een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarbij zij ook nevenvoorzieningen heeft gevraagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, waardoor de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om te oordelen. De vrouw heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, wat door de man niet is betwist. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om partneralimentatie van € 1.946,- per maand, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw, gezien haar verdiencapaciteit, geen aanvullende behoefte aan partneralimentatie heeft. De rechtbank heeft het verzoek tot het vaststellen van partneralimentatie afgewezen.
Wat betreft de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap heeft de rechtbank vastgesteld dat de man de echtelijke woning mag overnemen, mits hij kan aantonen dat hij de financiering rond kan krijgen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man een bedrag van € 28.300,- aan de gemeenschap moet vergoeden wegens benadeling. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.