ECLI:NL:RBDHA:2024:23378

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 februari 2024
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
C/09/660686 / FA RK 24-734
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie en verzoek tot benoeming bijzondere curator in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2024 een mondelinge uitspraak gedaan over de verzoeken van de vader en de moeder met betrekking tot hun minderjarige kind, [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats]. De vader verzocht om vervangende toestemming om met [minderjarige] naar Curaçao te reizen van 28 februari tot 8 maart 2024. De moeder voerde verweer en vroeg om de benoeming van een bijzondere curator. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder geen concrete bezwaren heeft geuit tegen de vakantie, maar dat haar bezwaren vooral betrekking hebben op de ondertoezichtstelling. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van de vader in het belang van [minderjarige] is en heeft dit verzoek toegewezen. Het verzoek van de moeder om een bijzondere curator te benoemen is afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de belangen van [minderjarige] voldoende worden gewaarborgd door de gezinsvoogd. De beschikking is een schriftelijke bevestiging van de mondelinge uitspraak en is verzonden op 23 februari 2024.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-734
Zaaknummer: C/09/660686
Vastlegging van de mondelinge uitspraak op de zitting van 16 februari 2024 met betrekking tot de verzoeken vervangende toestemming vakantie en benoeming bijzondere curator

Beschikking op het op 31 januari 2024 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. G.E.M. Later te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. N. van Amsterdam te Leiden.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:
 het verzoekschrift;
 het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, van de moeder, binnengekomen op
13 februari 2024;
 de reactie van de jeugdbeschermer op het zelfstandig verzoek van de moeder, binnengekomen op 15 februari 2024.
Op 16 februari 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de ouders, ieder bijgestaan door hun advocaat.
De William Schrikker Stichting (de betrokken gecertificeerde instelling in het kader van de ondertoezichtstelling) is, met kennisgeving van verhindering, niet op de zitting verschenen.
Op de zitting is namens de vader de geboorteakte van [minderjarige] overgelegd.

Feiten

 Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
 Zij zijn de ouders van het volgende minderjarige kind: [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .
 De vader heeft [minderjarige] erkend.
 De ouders oefenen, als gevolg van de aantekening in het gezagsregister van 15 juli 2015, gezamenlijk het gezag over [minderjarige] uit.
 [minderjarige] heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de vader.
 [minderjarige] heeft om de week op vrijdag, van 17:00 tot 19:00 uur, een begeleid contactmoment met de moeder.
 [minderjarige] staat momenteel onder toezicht van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt:
toestemming aan hem te verlenen, die de toestemming van de moeder vervangt, om in de periode van 28 februari tot 8 maart 2024, zo mogelijk iets ruimer te nemen in verband met vertragingen en de nog te boeken reis voor de periode zoals vermeld, met [minderjarige] naar Curaçao te reizen en aldaar te verblijven;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Daarnaast verzoekt de moeder zelfstandig:
een bijzondere curator ex artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) over [minderjarige] te benoemen, een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Vervangende toestemming vakantie
In de overgelegde stukken en op de zitting heeft de moeder geen concrete bezwaren geuit tegen de door de vader verzochte vakantie naar Curaçao. Zij heeft op de zitting aangegeven dat zij de benodigde toestemmingsformulieren niet heeft ondertekend, omdat zij het gevoel heeft dat ze vader en de jeugdbeschermer alle benodigde toestemmingen geeft, maar zelf niet gehoord wordt in haar bezwaren ten aanzien van het huidige verloop van de ondertoezichtstelling. Omdat de bezwaren van de moeder zien op het verloop van de ondertoezichtstelling en niet op het vakantieverzoek en de rechtbank de verzochte vakantie in het belang van [minderjarige] acht, heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan en het verzoek van de vader worden toegewezen.
Benoeming van een bijzondere curator
De rechtbank heeft verder bepaald het verzoek van de moeder tot benoeming van een bijzondere curator wordt afgewezen op de na te noemen gronden.
Op de zitting heeft de moeder aangegeven dat zij een bijzondere curator wenst die in het belang van [minderjarige] kijkt welke hulpverlening hij nodig heeft en hoe de zorgregeling tussen [minderjarige] en de moeder het beste vormgegeven kan worden. Zoals op de zitting is besproken, dient de rechter terughoudendheid in acht te nemen bij de benoeming van een bijzondere curator als er in het kader van de ondertoezichtstelling een gezinsvoogd is benoemd.
De benoeming van een bijzondere curator naast een gezinsvoogd kan de situatie voor het kind namelijk complexer maken. De zorgen van de moeder spelen met name in haar contact met de jeugdbeschermer. Zij heeft echter onvoldoende onderbouwd dat er in het belang van [minderjarige] op dit moment, naast de jeugdbeschermer, ook een bijzondere curator noodzakelijk is. Zo heeft de jeugdbeschermer onbetwist gesteld dat [minderjarige] diagnostisch onderzoek heeft gehad vanuit Groei door Ervaring. Ook zal [minderjarige] eind februari 2024 starten met emotie regulatie therapie. Daarnaast zit [minderjarige] op de dagbesteding bij [instelling] . Naar het oordeel van de rechtbank worden de belangen van [minderjarige] in het kader van de ondertoezichtstelling voldoende door de gezinsvoogd gewaarborgd.

Beslissing

De rechtbank:
verleent toestemming aan de vader – die de toestemming van de moeder vervangt – om met de minderjarige, [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , in de periode van 28 februari tot 8 maart 2024 (zo mogelijk iets ruimer te nemen in verband met vertragingen) naar Curaçao te reizen en aldaar te verblijven;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is een schriftelijke bevestiging van de op 16 februari 2024 gegeven mondelinge uitspraak gegeven door mr. C.S.F. de Nijs, (kinder)rechter, bijgestaan door
mr. A.M. Lokhorst als griffier, welke beschikking is verzonden 23 februari 2024.