ECLI:NL:RBDHA:2024:23384
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing tijdelijke bescherming voor Oekraïner die vóór peildatum uit Oekraïne vertrok
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een verzoek om tijdelijke bescherming van een Oekraïner. Eiser, geboren in 1974, heeft verklaard in 2018 Oekraïne te hebben verlaten en heeft sindsdien in Polen en Moldavië gewoond. Na de Russische invasie op 24 februari 2022 heeft hij zich in Nederland ingeschreven in de Basisregistratie Personen (Brp) met de intentie om rechtmatig verblijf te verkrijgen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft echter bepaald dat eiser niet in aanmerking komt voor tijdelijke bescherming op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB), omdat hij vóór de peildatum van 27 november 2021 uit Oekraïne is vertrokken. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft besloten dat eiser niet onder de doelgroepen van de RTB valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris niet in strijd heeft gehandeld met het evenredigheidsbeginsel of het vertrouwensbeginsel, en dat eiser niet recht had op de gemeentelijke opvang en arbeid die tijdelijk beschermden genieten. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de kosten niet vergoed.