Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het appartement aan de [adres] en/of belendende appartementen van het appartementencomplex, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor (zwaar) lichamelijk letsel voor een ander te weten de bewoners van het appartementencomplex aan de [adres] te duchten was;
3.De bewijsbeslissing
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het appartement aan de [adres] en belendende appartementen van het appartementencomplex, en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor ander
en,te weten de bewoners van het appartementencomplex aan de [adres] ,
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
Ten tijde van de brandstichting lijkt er langer durend sprake van een ernstige psychotische ontregeling waarin de verdachte stemmen zou horen, waarvan hij dacht dat het zijn buren waren. Hij voelde zich nauwlettend in de gaten gehouden, onder druk gezet en was niet in staat om hier op een adequate manier mee om te gaan door bijvoorbeeld hulpverlening in te schakelen of medicatie in te nemen. Waarschijnlijk hebben onder andere het overlijden van zijn huisgenoot in maart 2023 en zijn beperkte financiële middelen ervoor gezorgd dat de reeds aanwezige spanningen verder opliepen. Dit lijkt ertoe te hebben geleid dat de verdachte vanwege de grote onrust in zijn hoofd, over is gegaan tot meerdere vernielingen waarbij hij impulsief en agressief gedrag zou hebben vertoond, zonder stil te staan bij de gevolgen van zijn gedrag. De psychose had een directe en bepalende invloed op zijn handelen, waarbij de verdachte de grip op zijn gedrag leek te zijn verloren. Vanwege de psychotische ontregeling en een verstoord realiteitsbesef was de verdachte onvoldoende in staat om de gevolgen van zijn handelen in te kunnen schatten en zijn handelen nog te kunnen sturen.
Er was sprake van doorwerking van de geconstateerde pathologie in de brandstichting. De verdachte is in zijn handelen en gedragsalternatieven ernstig beperkt door de aanwezige psychose in combinatie met beperkt ontwikkelde (coping)vaardigheden en problematisch middelengebruik. Dit zorgt ervoor dat de verdachte op dergelijke momenten onvoldoende in staat is om zijn handelen en zijn gedrag te reguleren. Het middelengebruik en de daarmee gepaarde dagelijkse verslaving, ondersteunt de verdachte niet in het vermogen om zijn gedrag te kunnen overzien en te reguleren. Het beïnvloedt hem eerder negatief, omdat het de reeds aanwezige psychose versterkt en de controle op zijn gedrag verder doet afnemen. Hoewel de verdachte weet dat middelengebruik een destabiliserend effect op zijn psychische gesteldheid heeft, lukt het hem niet dit te staken vanwege de langdurige verslaving. Gedurende zijn leven lukt het de verdachte onvoldoende om te leren van de ‘fouten’ die hij heeft gemaakt en zijn gedrag bij te sturen. Ook zonder middelengebruik zou de psychose, die al enige tijd voor een disfunctioneren zorgde, nog steeds aanwezig zijn geweest doordat de verdachte niet medicatietrouw was.
De psycholoog adviseert de brandstichting in het geheel niet toe te rekenen aan de verdachte.
.Er is sprake van een jarenlange periode waarin er in wisselende mate sprake is geweest van psychotische klachten bestaande uit akoestische hallucinaties, paranoïde wanen en betrekkingswanen, waarbij de verdachte achterdocht ervaart richting derden, onder wie familie, vrienden en behandelaren. Ten tijde en ook in de periode voorafgaande aan de bewezen verklaarde brandstichting was er sprake van schizofrenie. In de periode rond de brandstichting was dermate sprake van ernstige psychotische ontregeling dat de verdachte niet in staat is geweest zijn handelen en gedrag te reguleren. Op de dag van de brandstichting vertoonde de verdachte inadequaat en gedesorganiseerd gedrag, waaronder het snijden van koperdraadjes uit zijn computer. Er waren betrekkingswanen aanwezig. De dag voor de brandstichting heeft de verdachte uit wanhoop de ruiten van een bushokje vernield, vanwege de onrust in zijn hoofd. De verdachte was niet therapietrouw en gebruikte cannabis. Concluderend waren er ernstige oordeel- en kritiekstoornissen aanwezig en er was sprake van een ernstig gestoord realiteitsbesef, naast de negatieve symptomen zoals verminderde concentratie en iniatiefloosheid. Vanwege gebrek aan ziekte-inzicht, kan het staken van antipsychotica hem niet worden aangerekend. Vanuit het ernstig psychiatrisch toestandsbeeld was de verdachte niet in staat stil te staan bij de consequenties van zijn handelen met betrekking tot de brandstichting.
De psychiater adviseert de brandstichting in het geheel niet toe te rekenen aan de verdachte.
6.De oplegging van een maatregel
7.De vorderingen van de benadeelde partijen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
niet strafbaar en ontslaat de verdachte ter zake van alle rechtsvervolging;
terbeschikkingstelling van de verdachte en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
- de veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- de veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van veroordeelde vast te stellen;
- de veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- de veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
- de veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- de veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- de veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
dadelijk uitvoerbaaris;