ECLI:NL:RBDHA:2024:2475
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake inwilligend besluit in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL23.33468. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van 13 februari 2024, waarin een kennelijke fout was vastgesteld. De rechtbank heeft geconstateerd dat in de eerdere uitspraak niet was onderkend dat er een besluit was genomen op de asielaanvraag van de eiser, en dat het beroep was ingetrokken met een verzoek om veroordeling van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in de proceskosten.
In de hersteluitspraak is het procesverloop aangepast en zijn de rechtsoverwegingen 1 tot en met 5 komen te vervallen. De rechtbank heeft de eerste zin van rechtsoverweging 6 gewijzigd, zodat het dictum nu luidt dat de staatssecretaris op 17 januari 2024 op de asielaanvraag van de eiser heeft beslist. Eiser heeft zijn beroep ingetrokken met een verzoek om veroordeling van de staatssecretaris in de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris door het nemen van een besluit tijdens het beroep, aan de eiser tegemoet is gekomen.
De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 437,50. Deze hersteluitspraak is gedaan door rechter A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier E.C. Jacobs, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.