ECLI:NL:RBDHA:2024:2626
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van bezwaar tegen afwijzing tijdelijke bescherming en gemeentelijke opvang
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.R. Vreijsen, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd bepaald dat hij niet onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming valt. Dit besluit heeft gevolgen voor zijn recht op gemeentelijke opvang en het verkrijgen van een verblijfssticker.
Tijdens de zitting op 23 februari 2024, waar ook een tolk aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter de situatie van verzoeker beoordeeld. De staatssecretaris gaf aan zich niet te verzetten tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening, wat betekent dat verzoeker in afwachting van de beslissing op zijn bezwaar, gebruik kan blijven maken van de gemeentelijke opvang en voorzieningen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, aangezien beëindiging van de gemeentelijke opvang dreigt.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen, waardoor de rechtsgevolgen van het bestreden besluit worden opgeschort tot vier weken na de beslissing op het bezwaar. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van € 1.750 aan proceskosten aan verzoeker. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.