Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
- de oma.
- [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder met haar advocaat.
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 februari 2024, wordt een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die geboren is in 2008. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft de moeder, de vader en de grootmoeder van [minderjarige] als belanghebbenden aangemerkt. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing bij de grootmoeder, omdat zij van mening is dat dit niet in het belang van [minderjarige] is. De kinderrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder het gedrag en de ontwikkeling van [minderjarige], die sinds april 2023 bij de grootmoeder verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over het gedrag van [minderjarige], die een moeilijke periode doormaakt en ondersteuning nodig heeft. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is dat [minderjarige] bij de grootmoeder blijft wonen, omdat dit de meest veilige en stabiele omgeving biedt voor haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 20 juli 2024, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tevens is er aandacht gevraagd voor het contactherstel tussen [minderjarige] en haar moeder.