ECLI:NL:RBDHA:2024:2766

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
NL24.4201
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van veilig land van herkomst Marokko

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, van Marokkaanse nationaliteit, heeft op 22 december 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 30 januari 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 27 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Marokko een veilig land van herkomst is. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat zij in haar persoonlijke situatie niet de bescherming van de Marokkaanse autoriteiten kan inroepen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat vreemdelingen uit Marokko in het algemeen geen internationale bescherming nodig hebben, tenzij zij tot specifieke risicogroepen behoren. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij tot een dergelijke groep behoort.

Daarnaast heeft de rechtbank de beroepsgrond van eiseres, dat zij slachtoffer is van huiselijk geweld en geen bescherming kan krijgen van de Marokkaanse overheid, verworpen. De rechtbank oordeelt dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de autoriteiten haar niet kunnen of willen beschermen. Ook de stelling dat de staatssecretaris de hoorplicht heeft geschonden, werd niet gehonoreerd, aangezien eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om haar standpunten naar voren te brengen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.4201

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], eiseres

mede namens haar minderjarige kinderen:
[naam], V-nummer: [nummer]
[naam], V-nummer: [nummer]
[naam], V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. W. Spijkstra),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. V.R. Bloemberg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [datum]. Zij heeft op 22 december 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 30 januari 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 27 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij in Marokko problemen had met haar schoonfamilie en dat de schoonfamilie haar slecht behandelde.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Problemen met uw schoonfamilie.
De staatssecretaris vindt beide relevante elementen geloofwaardig. Eiseres is afkomstig uit een veilig land van herkomst. Eiseres behoort niet tot een risicogroep en heeft niet aannemelijk gemaakt dat Marokko in haar geval niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De problemen met de schoonfamilie zijn niet te herleiden tot het Vluchtelingenverdrag. Bovendien mag van eiseres worden verwacht dat zij bescherming inroept van de Marokkaanse autoriteiten. Niet is gebleken dat de autoriteiten haar niet kunnen of willen helpen.
Heeft de staatssecretaris aan het besluit ten grondslag kunnen leggen dat Marokko een veilig land van herkomst is?
5. Eiseres voert in beroep aan dat de staatssecretaris Marokko ten onrechte heeft aangemerkt als veilig land van herkomst. Uit het rapport van Freedom House 2021 blijkt dat in Marokko sprake is van diverse vormen van mensenrechtenschendingen door de autoriteiten. Marokko heeft volgens het rapport een score van slechts 37 van de 100 punten. Bovendien heeft de staatssecretaris Moldavië niet als veilig land van herkomst aangemerkt, terwijl de feiten en omstandigheden op basis waarvan dat is gebeurd grotendeels overeenkomen met die in Marokko. De staatssecretaris kan dit verschil in beoordeling niet verklaren.
6. Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank overweegt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) bij uitspraak van 8 juni 2022 heeft geoordeeld dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de herbeoordeling van 6 mei 2021 een deugdelijke onderbouwing vormt voor het algemene rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Marokko geen internationale bescherming nodig hebben. [1] Volgens deze herbeoordeling geldt Marokko als veilig land van herkomst, met uitzondering een aantal specifieke risicogroepen. Op 8 juni 2023 heeft opnieuw een herbeoordeling plaatsgevonden, waarbij de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst wordt voortgezet en dat de specifieke uitzonderingscategorieën zijn gehandhaafd. [2]
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder gelet op voornoemde uitspraak van de Afdeling en de verwijzing naar de recente herbeoordeling voldoende heeft gemotiveerd dat Marokko in zijn algemeenheid kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat er na de uitspraak van de Afdeling en de herbeoordeling van 8 juni 2023 sprake is van een aanmerkelijke achteruitgang van de situatie in Marokko. Naar het oordeel is de door eiseres aangehaalde informatie van Freedom House 2021 daartoe onvoldoende. De rechtbank acht daarbij van belang dat deze informatie blijkens de bijlage bij de Kamerbrief is meegenomen bij de herbeoordeling van 8 juni 2023I. De verwijzing van eiseres naar de aanwijzing van Moldavië als veilig land slaagt evenmin. Naar het oordeel van de rechtbank ligt namelijk niet ter beoordeling voor of Marokko ten opzichte van Moldavië onveiliger zou zijn, maar moet de situatie in Marokko op zichzelf worden beoordeeld.
8. Er bestaat daarom een algemeen rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Marokko geen internationale bescherming nodig hebben. Het ligt op de weg van eiseres om aannemelijk te maken dat dit in haar individuele geval anders ligt.
Heeft eiseres aannemelijk gemaakt dat Marokko in haar geval niet als veilig land kan worden aangemerkt?
9. Eiseres voert aan dat zij problemen heeft met haar schoonfamilie en echtgenoot en dat zij slachtoffer is van huiselijk geweld. Eiseres stelt dat zij geen bescherming kan krijgen van de Marokkaanse overheid. Uit haar relaas blijkt dat zij vanwege sociale druk en een terughoudende houding van de politie geen aangifte kan doen. Eiseres verwijst naar een passage uit de toelichting bij de herbeoordeling van 8 juni 2023, waaruit dit blijkt. Eiseres verwijst voorts naar een artikel van de website van Binnenlands Bestuur, waaruit blijkt dat huiselijk geweld onder Turken en Marokkanen meer voorkomt dan gedacht en dat seksueel en psychisch geweld als normaal wordt ervaren.
10. Deze beroepsgrond slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet ten onrechte overwogen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Marokkaanse autoriteiten geen bescherming kunnen of willen bieden tegen de problemen met haar schoonfamilie. Daartoe heeft de staatssecretaris erop kunnen wijzen dat uit de herbeoordeling van 2023 blijkt dat (huiselijk) geweld tegen vrouwen bij wet verboden is. Eiseres heeft desondanks geen aangifte gedaan bij de politie en heeft evenmin anderszins geprobeerd om bescherming te krijgen. Dat het doen van aangifte of het vragen van bescherming geen zin zou hebben, berust op een aanname van eiseres en is niet nader onderbouwd. De verwijzing van eiseres naar een passage in de herbeoordeling dat sociale druk en terughoudende actie van politie vrouwen ervan kunnen weerhouden zich te melden, betekent naar het oordeel van de rechtbank niet dat van eiseres niet verwacht mocht worden dat zij bescherming van de autoriteiten zocht. Niet is gebleken dat dit op voorhand zinloos zou zijn geweest. De verwijzing naar het artikel van de website van Binnenlands bestuur leidt niet tot een ander oordeel. Dit artikel ziet op een onderzoek naar huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen binnen de Nederlandse context en dateert van 30 mei 2008. Naar het oordeel van de rechtbank is dit artikel daarom niet relevant voor de vraag of eiseres thans in Marokko bescherming kan krijgen.
Had de staatssecretaris eiseres moeten horen voordat hij een inreisverbod oplegde?
11. Eiseres vindt dat de staatssecretaris de hoorplicht heeft geschonden. De staatssecretaris had haar moeten horen over de omstandigheden op grond waarvan hij kan afzien van het opleggen van een inreisverbod.
12. Deze beroepsgrond slaagt niet. De staatssecretaris heeft in het voornemen laten weten dat hij een inreisverbod wil opleggen en daarbij vermeld dat eiseres in de zienswijze op het inreisverbod kan reageren. Gelet daarop is eiseres naar het oordeel van de rechtbank voldoende in de gelegenheid gesteld om individuele omstandigheden naar voren te brengen. Eiseres heeft in de zienswijze geen bijzondere omstandigheden naar voren gebracht op basis waarvan de staatssecretaris haar had moeten horen of had moeten afzien van het opleggen van een inreisverbod.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van de proceskosten die zij heeft gemaakt.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt. Deze datum staat hierboven. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

2.Kamerbrief herbeoordeling veilige landen van herkomst – Georgië, Marokko en Tunesië van 8 juni 2023, 19637-3119