ECLI:NL:RBDHA:2024:2773
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.G.D. Overmars
- M.C. Drenten-Boon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die samen met haar minderjarige kinderen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 30 januari 2024, wees de aanvraag af als kennelijk ongegrond.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 27 februari 2024, waarbij verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een andere uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.4201), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.