5.5.Artikel 6.4, eerste lid, onder a, onder 1° en 2°, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) luidt:
1.
Met betrekking tot een aanvraag ten aanzien van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de wet, worden als adviseurs aangewezen:
a.
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, indien de activiteit betrekking heeft op:
1°. het slopen van een rijksmonument of een deel daarvan voor zover van
ingrijpende aard,
2°. het ingrijpend wijzigen van een rijksmonument of een belangrijk deel daarvan, voor zover de gevolgen voor de waarde van het rijksmonument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van het geval, bedoeld onder 1°.
6. De vraag of al dan niet van rechtswege vergunning is verleend, hangt, gelet op deze bepalingen in de Wabo en de Awb, af van het antwoord op de vraag welke procedure op de aanvraag van toepassing is. De vergunning kan uitsluitend van rechtswege verleend zijn, als de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. Op een aanvraag om een omgevingsvergunning is de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing, tenzij de uitgebreide voorbereidingsprocedure geldt. De beantwoording van de vraag of op een aanvraag om een omgevingsvergunning de reguliere dan wel de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, is afhankelijk van de activiteit die is aangevraagd. De Wabo bepaalt daarmee exclusief welke procedure op een aanvraag om een omgevingsvergunning van toepassing is. Verweerder heeft hierin dus geen vrije keuze, maar dient die voorbereidingsprocedure toe te passen die uit de Wabo voortvloeit. Uit artikel 3.10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo volgt dat voor het wijzigen van een rijksmonument de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is als krachtens artikel 2.26, derde lid, van de Wabo een adviseur is aangewezen.
7. In dit geval moet voor de beantwoording van de vraag welke voorbereidingsprocedure van toepassing is, dus worden vastgesteld of het een ingreep als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, van het Bor betreft, in welk geval de RCE, die optreedt namens de minister, om advies gevraagd dient te worden.
8. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het bouwplan zou leiden tot het ingrijpend wijzigen van het rijksmonument, met vergelijkbare gevolgen voor de waarde van het rijksmonument als wanneer het rijksmonument, of een deel daarvan, gesloopt zou worden. Indien dat inderdaad het geval is, vloeit uit het hierboven weergegeven wettelijk kader voort dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure op de aanvraag van toepassing is. De rechtbank zal hierna daarom beoordelen of sprake is van een bouwplan dat het rijksmonument, of een belangrijk deel daarvan, zodanig ingrijpend zou wijzigen dat de gevolgen daarvan voor de waarde van het rijksmonument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van het slopen van het rijksmonument, of een deel daarvan.
9. Op de website van de RCE is een lijst met voorbeelden van adviesplichtige ingrepen gepubliceerd, waar ten aanzien van ‘ingrijpende wijzigingen” onder meer wordt vermeld “het plaatsen van een grootschalige aan- of uitbouw”. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank evenwel niet dat iedere grootschalige aan- of uitbouw een ingrijpende wijziging is als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, onder a, onder 2°, van het Bor. Uit dit artikel en de toelichting hierop volgt dat dat slechts het geval is, indien de aangevraagde werkzaamheden leiden tot een substantiële aantasting of substantiële wijziging van het monument, waarvan de gevolgen voor de waarde van het monument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van een (al dan niet gedeeltelijke) afbraak van het monument van ingrijpende aard.
10. Uit het dossier blijkt dat de serre zodanig wordt gebouwd dat de serre en het rijksmonument constructief los van elkaar blijven. De serre is aangevraagd voor de duur van tien jaar. Ter zitting heeft de architect toegelicht dat de serre daarna eenvoudig verwijderd kan worden zonder aantasting van het rijksmonument. De serre is namelijk aangehecht aan het rijksmonument door middel van een loodslab met een kartonnen lijst. Nadat de serre is verwijderd, behoeft slechts één horizontale voeg te worden hersteld.