ECLI:NL:RBDHA:2024:306
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, die op 7 november 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel indiende, kreeg op 28 november 2023 te horen dat haar aanvraag als kennelijk ongegrond was afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek tot voorlopige voorziening, op 11 januari 2024 behandeld.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de Afghaanse identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres niet geloofwaardig zijn. Eiseres heeft verklaard dat zij Hindoestaans is en afkomstig uit Kabul, maar heeft geen originele en authentieke documenten kunnen overleggen ter onderbouwing van haar identiteit. De staatssecretaris heeft op basis van de beschikbare informatie, waaronder een Indiaas paspoort en tegenstrijdige verklaringen van eiseres, geconcludeerd dat de asielaanvraag ongegrond is. De rechtbank volgt deze redenering en oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de Afghaanse nationaliteit bezit.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiseres geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.