ECLI:NL:RBDHA:2024:3098

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
C/09/660817 / JE RK 24-206
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 februari 2024 een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2007, die kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld na een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker, dat om een verlenging van de machtiging vroeg. De minderjarige verblijft feitelijk in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, waar zij positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, maar er zijn nog zorgen over haar gedrag, waaronder drugsgebruik. De ouders van de minderjarige hebben aanvankelijk ingestemd met de uithuisplaatsing, maar hebben hun standpunt genuanceerd na positieve veranderingen in het gedrag van hun dochter. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd met de ernst van de problemen en het risico op terugval bij een te snelle thuisplaatsing. De kinderrechter heeft besloten de machtiging voor een periode van vier weken te verlenen, zodat er een zorgvuldige overgang naar een thuisplaatsing kan plaatsvinden. De kinderrechter heeft in een aparte brief aan de minderjarige de beslissing toegelicht, waarbij de nadruk lag op haar eigen verantwoordelijkheid en de noodzaak om goed voor zichzelf te zorgen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/660817 / JE RK 24-206
Datum uitspraak: 19 februari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeentePijnacker,
hierna te noemen: het college,
over:
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. M.W. Kuiper te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
en
[vader],
hierna te noemen: de vader,
hierna tezamen te noemen: de ouders,
beiden wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 2 februari 2024;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 7 februari 2024
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 februari 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met haar advocaat;
- de vader;
- de moeder;
- [naam] namens het college.
1.3.
De kinderrechter heeft met [minderjarige] in het bijzijn van haar advocaat voorafgaand aan de mondelinge behandeling een gesprek gevoerd.

2.De feiten

2.1.
De vader en moeder zijn met elkaar gehuwd.
2.2.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.3.
[minderjarige] verblijft feitelijk bij [accomodatie] , een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 20 november 2023 een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 22 februari 2024.

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
3.2.
Het college heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Bij [minderjarige] is sinds haar gesloten plaatsing bij [accomodatie] een positieve ontwikkeling te zien. Het lukt haar beter om het gesprek aan te gaan en te vertellen wat er in haar omgaat op bepaalde momenten. [minderjarige] volgt onderwijs binnen [accomodatie] . In januari is zij gestart met een persoonlijkheidsonderzoek en traumabehandeling. Er bestaan nog zorgen. Het is [minderjarige] bij drie verlofmomenten niet gelukt om zich aan de veiligheidsafspraken te houden. Zij gaat dan naar plaatsen waar zij niet mag komen, komt niet op de afgesproken tijd thuis en zij heeft op die momenten drugs gebruikt. Het lukt [minderjarige] nog niet om zichzelf hierin te beheersen en andere keuzes te maken en het lukt de ouders niet om [minderjarige] op dat moment te begrenzen. Het doel van het traject is volledige thuisplaatsing bij de ouders, maar volgens het college is het nu nog te snel en te onveilig om die stap in zijn geheel te zetten. De komende periode moet duidelijk worden waarom [minderjarige] tot de keuze kwam om drugs te gebruiken. Zolang hier geen inzicht in is, is het risico op herhaling te groot. Daarnaast moeten de behandelingen voortgezet worden en zal in februari intensieve systeemtherapie starten, dat overigens ook buiten een gesloten machtiging om zal kunnen starten. [minderjarige] kan binnen [accomodatie] nog verder onderwijs volgen en haar examen halen voor de MBO entree opleiding. Binnen het gezin zullen eerst patronen doorbroken moeten worden om opgroei- en opvoedproblemen aan te pakken, en het is belangrijk dat dit proces in de huidige gesloten setting voortgezet kan worden. Het is onwenselijk als dit vanuit een andere setting zal plaatsvinden, omdat dit een verandering van plek en hulpverlening zal betekenen en extra onrust zal veroorzaken. Opnieuw zal er dan een periode van wennen moeten plaatsvinden. Vanuit een niet gesloten setting kunnen daarnaast niet de middelen worden ingezet om [minderjarige] te begrenzen wat naar verwachting nog nodig zal zijn. Ter zitting heeft het college toegelicht dat de afgelopen twee weekenden de verlofmomenten wel goed zijn gegaan. Dit heeft ervoor gezorgd dat de ouders anders naar het verzoek kijken. Het college begrijpt dat [minderjarige] zo snel mogelijk weer thuis wil wonen, en dat kan ook als zij de prille positieve koers volhoudt. Het college heeft te veel zorgen om niet vast te houden aan het verzoek.

4.De standpunten

4.1.
[minderjarige] heeft met haar advocaat verweer gevoerd tegen het verzochte. [minderjarige] heeft in een korte tijd grote stappen gezet. Zij heeft nu ook zelf ingezien dat zij hulp nodig heeft. Er is een verklaring voor haar eerdere drugsgebruik. [minderjarige] heeft nare en traumatische dingen meegemaakt in het verleden, waarvoor zij hulp nodig had. Die hulp was echter niet direct beschikbaar, zij moest erop wachten. Omdat het te lang duurde voordat die hulp beschikbaar was, was ze vatbaar voor drugs. Het was niet goed, maar het is wel verklaarbaar. Met therapie leert [minderjarige] nu om pijn en trauma op een andere manier te verwerken. Het is mogelijk om deze therapie thuis voort te zetten. [minderjarige] is daar zelf zeer voor gemotiveerd. Zij is blij dat zij nu al weet dat moeilijke dingen met therapie verwerkt kunnen worden. Tot nu toe helpt de therapie haar heel erg. De advocaat benadrukt dat een gesloten plaatsing een ultimum remedium is en op dit moment lijkt het niet meer dringend noodzakelijk om een dergelijk heftig middel in te zetten. Het feit dat [minderjarige] voor 9 dagen op verlof mag met voorjaarsvakantie is volgens de advocaat ook en teken dat het beter met haar gaat. [accomodatie] heeft dus ook voldoende vertrouwen dat [minderjarige] dit aankan. Daarnaast zal het gezin eind april op reis gaan naar [land] en het zou een zware straf zijn voor [minderjarige] als zij niet mee kan gaan, doordat er sprake is van een uithuisplaatsing. Gezien het voorgaande wordt primair verzocht de machtiging af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht de machtiging te bekorten en te verlenen tot maximaal 1 april 2024.
4.2.
De ouders hebben ter zitting het volgende naar voren gebracht. Aanvankelijk stemden zij volledig in met de uithuisplaatsing. Op dit moment ligt dat genuanceerder. Het gaat momenteel erg goed met [minderjarige] . De afgelopen twee verloven heeft zij heel goed doorlopen. [minderjarige] houdt zich aan de afspraken en de ouders zien echt een vooruitgang in het gedrag van [minderjarige] ten opzichte van de tijd voor de uithuisplaatsing. Volgens de ouders is het grote verschil dat [minderjarige] nu zelf inziet dat de weg die zij bewandelde niet de goede weg voor haar was. Therapie helpt [minderjarige] enorm en dat ziet zij zelf in. Juist daarom is sprake van een bestendig stijgende lijn. De ouders staan daarom ook niet meer volledig achter het verzoek van het college. De ouders hebben liever dat zij de kans krijgt om het thuis weer op te pakken. Zij kunnen ook objectief naar de situatie kijken en zullen zelf meteen aan de bel trekken als het niet goed gaat. Niet voor niets gaat het om een uithuisplaatsing met instemming van de ouders. Dat zegt alles over de verantwoordelijkheid die de ouders voelen. Ook de ouders zouden het een flinke straf vinden als [minderjarige] niet mee kan naar [land] , juist omdat ze het zo goed doet. De ouders hebben het liefst dat [minderjarige] weer naar huis zal komen, maar kunnen wel instemmen met een korte verlening van de machtiging, zodat er een goede overdracht kan plaatsvinden.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. De afgelopen maanden – en zeker de afgelopen weken – heeft [minderjarige] grote sprongen gemaakt en is er een positieve lijn ingezet. De kinderrechter vindt het knap dat het [minderjarige] is gelukt om in een betrekkelijk korte tijd de koers te wijzigen. Bij [minderjarige] zelf lijkt het besef te zijn gekomen dat het gedrag wat zij heeft vertoond, waaronder het drugsgebruik, niet gezond voor haar is en het is goed om horen dat zij de therapie als helpend en fijn ervaart. De kinderrechter ziet wel dat het nog een prille ontwikkeling is en vindt het van groot belang dat de thuisplaatsing zorgvuldig verloopt. De kinderrechter ziet een risico in het te snel thuisplaatsen van [minderjarige] , maar gezien de positieve ontwikkelingen verdient [minderjarige] ook het vertrouwen. [minderjarige] heeft het afgelopen half jaar niet volledig thuis gewoond en het zal voor haar een grote stap zijn om weer volledig bij haar ouders te wonen. Het is belangrijk dat er samen met [accomodatie] en het college wordt gekeken naar de vraag wat er nodig is om de behandeling op basis van eigen verantwoordelijkheid voort te zetten en welke vorm van onderwijs [minderjarige] kan volgen als zij thuis is. Daarnaast is het belangrijk dat er een goede overdracht plaatsvindt met de ouders, zodat de ouders ook de juiste handvatten hebben om met het gedrag van [minderjarige] om te gaan. Het is daarom goed om te horen dat in ieder geval intensieve systeemtherapie zal starten, zodat oude patronen uit de thuissituatie ook verder doorbroken kunnen worden. Naar het oordeel van de kinderrechter is het belangrijk dat de voorgaande zaken goed en zorgvuldig zijn geregeld, zodat voorkomen wordt dat de positieve lijn die nu is ingezet, weer teniet wordt gedaan. De kinderrechter ziet daarom aanleiding om het verzoek toe te wijzen voor de duur van vier weken. Op deze manier kan de thuisplaatsing op een nauwkeurige manier worden vormgegeven en kan de plaatsing op [accomodatie] op een geschikte en gepaste wijze worden afgerond, zodat het risico op een terugval zo klein mogelijk zal zijn.
5.3.
Ter zitting hebben de ouders kenbaar gemaakt dat zij niet meer kunnen instemmen met een verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden, maar dat zij wel kunnen instemmen met de plaatsing van vier weken. Door de instemming van de ouders is op grond van in artikel 6.1.2., derde lid, onder c, van de Jeugdwet, geen ondertoezichtstelling vereist.
5.4.
De kinderrechter heeft in een afzonderlijke brief aan de minderjarige de beslissing toegelicht. De inhoud van die brief die tegelijkertijd met deze beschikking wordt verzonden, luidt als volgt:
Beste [minderjarige] ,
Op 23 februari 2024 hebben wij elkaar gesproken voorafgaand aan de zitting over jouw uithuisplaatsing. Het was de eerste keer dat wij elkaar ontmoetten, en waarschijnlijk ook de laatste keer, omdat het zo goed met je gaat. De komende tijd staat er veel voor je op het spel. Ik wil daarom de beslissing ook nog in deze brief aan je toelichten.
Je hebt aan mij duidelijk gemaakt dat je eigen verantwoordelijkheid wil dragen voor de keuzes die je in je leven maakt. Jij weet al wat er mis kan gaan als je geen keuzes maakt die goed zijn voor jou. Daarna kan het een hele tocht zijn om er bovenop te komen. Zie dan maar weer op het punt te komen dat je het vertrouwen verdient én krijgt dat je het zelf kunt. In jouw geval betekent “zelf”: samen met je ouders. Je bent namelijk pas 16 jaar. Je mag je ouders om hulp vragen. Sterker nog, het is heel erg belangrijk om met je ouders te delen hoe het met je gaat. Daar is ook jullie therapie voor bedoeld. Jullie zaten met zijn drieën voor mij en ik heb gezien dat jouw ouders enorm betrokken zijn bij jou. Zij houden heel veel van jou en willen dat het goed met je gaat.
Tegelijkertijd is op jouw leeftijd belangrijk dat je gaat leren om goed voor jezelf te zorgen en verantwoordelijkheid te dragen voor je eigen leven. Keuzes die je vandaag maakt, zijn bepalend voor je toekomst. Voor volgend jaar, en later. Het gebruiken van drugs is slecht voor je hersenen. Altijd. Dat is nóg sterker zo als je brein in ontwikkeling is. Je weet ook dat het geen fijne scene is waarin drugs rond gaat. Zeker voor iemand als jij kunnen daar heel veel gevaren op de loer liggen, omdat je ook nog eens een hele leuke meid bent. Ik heb gezien en gehoord dat jij veel in je mars hebt. Het is niet alleen heel ongezond, maar ook ronduit dom om dat te verpesten met drugsgebruik. Ik ben ontzettend blij dat je dat zelf inmiddels ook weet.
Je hebt mij verteld dat je heel vervelende dingen hebt meegemaakt. Dat vind ik vreselijk voor jou. Helaas bestaat de wereld niet uit mensen die alleen maar lief en aardig voor je zijn. Dat is heel oneerlijk, maar wel de werkelijkheid. Je zult jezelf moeten beschermen tegen dingen en mensen die niet goed voor je zijn. Jij mag – en moet! – altijd nee zeggen als iets of iemand niet goed voelt of als je een niet-pluis-gevoel hebt. Je kunt beter met jezelf zijn dan met verkeerde “vrienden”. Je bent het waard om goed voor jezelf te zorgen, wat een ander ook zegt. Met je 16 jaar heb je al bewezen dat je het zelf kunt, met wat hulp van de juiste mensen en je ouders die in je geloven. Steun van de juiste mensen is altijd belangrijk om ergens te komen en jezelf weer op het juiste pad te krijgen.
Het is nog maar kort dat het echt goed met je gaat. Je hebt mij gevraagd om vertrouwen. Dat geef ik je. Je hebt mij beloofd dat je er iets van gaat maken, niet om een mooi verhaal op te hangen, maar omdat je dat wíl. Je hebt me verteld dat je weet dat onverwerkte pijn ertoe kan leiden dat je verkeerde dingen doet en jezelf stuk maakt. Daarin ben je verdrietig genoeg niet de eerste en zeker niet de laatste. We hebben het er tijdens de zitting uitgebreid over gehad. Alle mensen moeten een manier vinden om met pijn om te gaan. [minderjarige] , kies verstandig. Je weet dat je dat kunt. Ik heb tegen je gezegd dat je heel veel te bieden hebt. Ik hoop dat je daaraan vasthoudt op moeilijke momenten die zich – helaas – altijd weer kunnen voordoen. Het is ontzettend belangrijk om je eigen kracht te kennen en nooit te vergeten.
Ik wens je een hele fijne reis naar [land] met je ouders.
Met hartelijke groeten,
De Kinderrechter

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 19 februari 2024 tot 18 maart 2024;
6.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2024 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 3 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.