Uitspraak
Bestuursrecht
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Tunesische nationaliteit, had op 20 december 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid weigerde deze in behandeling te nemen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 22 februari 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft aangevoerd dat er tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvang in Duitsland, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat Duitsland zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank wijst erop dat eiser zelf opvang heeft aangeboden gekregen in Duitsland, maar daar geen gebruik van heeft gemaakt.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat er sprake is van discriminatie in Duitsland en dat hij in detentie heeft verbleven onder erbarmelijke omstandigheden. De rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn onderbouwd en dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de inhoudelijke behandeling van eisers verzoek om internationale bescherming. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. Eiser kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak.