ECLI:NL:RBDHA:2024:317

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
NL23.37497
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en niet-tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft eiser op 29 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 10 september 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had op 10 september 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd bij besluit van 6 april 2023 niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de aanvraag. Dit besluit werd gegrond verklaard bij uitspraak van 2 mei 2023. Op 7 juli 2023 heeft verweerder meegedeeld dat eiser niet tijdig kon worden overgedragen aan Italië en dat de asielaanvraag verder behandeld zou worden in de nationale procedure. De beslistermijn is op 7 juli 2023 aangevangen, wat betekent dat de ingebrekestelling van 3 november 2023 te vroeg is ingediend. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.37497

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 29 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 10 september 2022.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld.
2. Op grond van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb kan het beroepschrift worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
3. Eiser heeft op 10 september 2022 een asielaanvraag ingediend. Bij besluit van 6 april 2023 heeft verweerder deze aanvraag niet in behandeling genomen op de grond dat Italië daarvoor verantwoordelijk was. Het hiertegen ingestelde beroep is gegrond verklaard bij uitspraak van 2 mei 2023. Op 7 juli 2023 heeft verweerder meegedeeld dat eiser niet tijdig kon worden overgedragen aan Italië en dat de asielaanvraag van eiser (in beginsel) verder behandeld zal worden in de nationale procedure. Op grond van artikel 42, zesde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 is de beslistermijn daarom aangevangen op 7 juli 2023. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet was verstreken, waardoor de ingebrekestelling van 3 november 2023 te vroeg is ingediend. Daarom is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.