ECLI:NL:RBDHA:2024:3414
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. *****
- S.D.C.J. Verheezen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tijdelijke bescherming Oekraïense verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Oekraïense verzoeker. De verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd meegedeeld dat zijn tijdelijke bescherming zou eindigen na 4 maart 2024. De verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij zijn tijdelijke bescherming en de bijbehorende voorzieningen mocht behouden gedurende de behandeling van zijn beroep. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, omdat het eindigen van de tijdelijke bescherming zou betekenen dat de verzoeker geen aanspraak meer kon maken op de rechten die aan deze status verbonden zijn. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak is gedaan op het beroep. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 875. Deze uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.