6.2In beroep heeft de verzekeringsarts b&b in het rapport van 23 februari 2023 aan de hand van het stappenplan nader gemotiveerd waarom de arbeidsongeschiktheid van eiseres niet duurzaam is. Hierbij heeft hij (nogmaals) aangegeven dat er per de datum in geding behandelmogelijkheden waren. Er vond behandeling door de psycholoog, therapeut en pijnpoli plaats. De behandeling is gericht op zodanige verbetering dat eiseres alsnog een multidisciplinaire revalidatietraject in een revalidatiecentrum zou kunnen beginnen (stap 1). Indien verbetering niet is uitgesloten wordt bezien in hoeverre die verbetering kan worden verwacht in het eerstkomende jaar. Er is volgens de verzekeringsarts b&b bij eiseres een redelijke kans tot verbetering in het eerste jaar (stap 2). Enerzijds als gevolg van verbetering door therapie. Anderzijds omdat er ongeacht de ervaren klachten aanleiding is de belastbaarheid naar boven bij te stellen als blijkt dat de klachten niet verklaard kunnen worden als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek. Als alsnog gestart wordt met een multidisciplinair revalidatietraject in een revalidatiecentrum bestaat ook na het eerstkomende jaar (stap 3) nog een redelijke kans op relevante verbetering.
7. De rechtbank is van oordeel dat de motivering die is gegeven door de verzekeringsarts b&b en die door verweerder is overgenomen, niet voldoet aan de vereisten die de CRvB heeft geformuleerd voor de beoordeling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. De rechtbank kan zich op de eerste plaats niet verenigen met het feit dat de verzekeringsarts b&b bij de beoordeling van de verbetering van de belastbaarheid zijn twijfels over de objectiveerbaarheid van de klachten van eiseres en de mogelijke tijdelijkheid van de beperkingen heeft betrokken. Uitgangspunt bij de beoordeling is immers de volledige arbeidsongeschiktheid die eiseres als gevolg van die klachten per de datum in geding had. Uit het beoordelingskader blijkt ook niet dat dergelijke factoren bij de beoordeling van de duurzaamheid een rol kunnen meespelen. Uit de hiervoor genoemde jurisprudentie van de CRvB volgt dat indien de inschatting van de kans op herstel berust op een (ingezette) medische behandeling, een onderbouwing vereist is die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de individuele betrokkene. De rechtbank vindt de motivering die de verzekeringsarts b&b in dit verband heeft gegeven onvoldoende. Er is geen medische informatie van de behandelaars (psycholoog, therapeut en pijnpoli) beschikbaar die de inschatting van de verzekeringsarts b&b ondersteunt dat behandeling bij deze behandelaars een redelijke kans tot verbetering van de belastbaarheid van eiseres in het eerstkomende jaar geeft. De rechtbank heeft hierbij mede in aanmerking genomen dat voor de klachten die (mogelijk) verband houden met het ASIA-syndroom, weinig therapeutische opties zijn. Dit staat vermeld in de brief van het Amsterdam UMC van 16 december 2020.
Ook is er geen informatie van een specialist beschikbaar waaruit volgt dat een multidisciplinaire revalidatietraject in een revalidatiecentrum na het eerstkomende jaar, nog een redelijke kans op relevante verbetering geeft. Wel bevindt zich in het dossier een brief van de oefentherapeut Mensendieck van 1 augustus 2021 waaruit kan worden afgeleid dat een multidisciplinaire behandeling eiseres verder kan helpen, maar het mogelijke resultaat van een dergelijke behandeling wordt hierin niet inzichtelijk gemaakt. Daarbij komt dat de verzekeringsarts b&b geen contact heeft opgenomen met de behandelaars van eiseres over de behandeling en de te verwachten resultaten daarvan. Een dergelijk overleg had van betekenis kunnen zijn voor een op de concrete situatie van eiseres afgestemde beoordeling. Hierdoor wordt meer inzichtelijk wat de verwachtingen van deze behandelingen voor eiseres zijn en of dit, en in hoeverre, tot verbetering van de belastbaarheid zou kunnen leiden. Dit geldt eveneens voor de psychische klachten waarvan de verzekeringsarts b&b in het geheel niet heeft ingeschat wat de kans op herstel is.
8. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank niet deugdelijk gemotiveerd dat de volledige arbeidsongeschiktheid van eiseres op de datum in geding niet duurzaam te achten was. De rechtbank zal verweerder de gelegenheid geven om dit gebrek te herstellen.Verweerder kan dit doen door alsnog deugdelijk te motiveren waarom geen IVA-uitkering wordt toegekend aan eiseres of door een nieuw besluit op bezwaar nemen waarbij aan haar alsnog een IVA-uitkering wordt toegekend. De rechtbank acht het aangewezen dat de verzekeringsarts b&b hiervoor nogmaals het beoordelingskader hanteert en ter onderbouwing van zijn standpunt medische informatie opvraagt bij de behandelaars van eiseres.
De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen verweerder het gebrek kan herstellen op twaalf weken na verzending van deze tussenuitspraak.
9. Verweerder moet uiterlijk binnen twee weken aan de rechtbank meedelen of hij gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek te herstellen. Als verweerder van deze gelegenheid gebruik maakt, zal de rechtbank eiseres in de gelegenheid stellen binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van verweerder. In beginsel, ook in de situatie dat verweerder de hersteltermijn ongebruikt laat verstrijken, zal de rechtbank zonder tweede zitting uitspraak doen op het beroep.
10. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dat laatste betekent ook dat zij over de proceskosten en het griffierecht nu nog geen beslissing neemt.