In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 15 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 16 november 2023 en is eerder getoetst in eerdere uitspraken. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 12 maart 2024 gesloten en beslist dat de zaak niet op een zitting zal worden behandeld. De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser had betoogd dat er geen zicht op uitzetting naar Gambia was en dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en stelt dat de staatssecretaris de proceskosten van eiser niet hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.