ECLI:NL:RBDHA:2024:3572
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag studiefinanciering voor voorbereidingsprogramma
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om studiefinanciering. Eiseres had op 7 juni 2023 een aanvraag ingediend voor studiefinanciering in verband met het volgen van een éénjarig voorbereidingsprogramma Taal- en Letterkunde aan de Vrije Universiteit Brussel, dat per 1 september 2023 zou beginnen. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft deze aanvraag afgewezen met het primaire besluit van 7 juni 2023 en het bestreden besluit van 15 augustus 2023, omdat voor dergelijke voorbereidingsprogramma's in Nederland geen recht op studiefinanciering bestaat.
De rechtbank heeft op 15 maart 2024 de zaak behandeld via een beeldverbinding, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. Eiseres betoogde dat zij recht heeft op studiefinanciering op basis van artikel 11, sub c, onder i, van de Richtlijn 2005/36/EG, omdat zij een voltijdse opleiding volgt die gelijkwaardig is aan het niveau van opleidingen in Nederland. Eiseres stelde ook dat het voorbereidingsprogramma vergelijkbaar is met de pre-master opleiding Letterkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, die wel recht geeft op studiefinanciering.
De rechtbank overweegt dat de Richtlijn 2005/36/EG niet van toepassing is op de situatie van eiseres, omdat deze richtlijn betrekking heeft op personen die in een andere lidstaat een gereglementeerd beroep willen uitoefenen. De rechtbank concludeert dat op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) eiseres geen recht heeft op studiefinanciering voor het voorbereidingsprogramma, omdat dit programma niet voldoet aan de eisen van de wet en geen deel uitmaakt van een bachelor- of masteropleiding. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor eiseres het griffierecht niet terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.