ECLI:NL:RBDHA:2024:3573
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing studiefinanciering voor buitenlandse opleiding op basis van erkenningscriteria
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om studiefinanciering. De aanvraag werd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgewezen op basis van het primaire besluit van 28 maart 2023, en het bestreden besluit van 3 juli 2023 bevestigde deze afwijzing. De rechtbank heeft de zaak op 15 maart 2024 behandeld met behulp van een beeldverbinding, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en verweerder aanwezig waren.
Eiser had studiefinanciering aangevraagd voor de opleiding Cycle Professionnel en Cinéma d’animation 3D et effets speciaux aan de École Supérieure des Métiers Artistiques (ESMA) in Lyon, Frankrijk. De Minister, op advies van de Nuffic, concludeerde dat de opleiding niet voldeed aan de voorwaarden van de meeneembaarheidsregeling, omdat deze niet leidde tot een erkend diploma. Eiser betwistte dit advies en voerde aan dat de opleiding wel degelijk erkend was in Frankrijk en dat het advies van de Nuffic onvoldoende was.
De rechtbank oordeelde dat de Minister terecht het advies van de Nuffic had gevolgd, aangezien de opleiding van eiser niet leidde tot een nationaal erkend diploma. De rechtbank vond het advies van de Nuffic voldoende inzichtelijk en concludent, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor de Minister om aanvullend onderzoek te verrichten. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd om te twijfelen aan de juistheid van het Nuffic-advies. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekende dat eiser geen recht had op studiefinanciering en geen vergoeding van proceskosten ontving.