Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoeker] en [verzoekster], wettig vertegenwoordigers van[minderjarige], uit [woonplaats], verzoekers
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
31 oktober 2023 voorop dat ook thans nog niet kan worden vastgesteld dat het besluit van verweerder in de bezwaarprocedure geen stand zal kunnen houden. Ook kan de voorzieningenrechter niet alvast op de door verweerder uit te voeren heroverweging vooruitlopen door een vervoersvoorziening toe te kennen. Voor het beantwoorden van de vraag welke voorziening voor [minderjarige] passend en geboden is, is echt een deskundigenadvies nodig. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter verzoekers uitgelegd welke juridische stappen zij eventueel tegen verweerder of de gemeente Zoetermeer kunnen ondernemen (zoals een kort geding) indien zij van mening zijn dat de gemeente onrechtmatig handelt, bijvoorbeeld door de procedure onnodig te vertragen.
3. Thans is van belang dat verweerder, gelet op het bepaalde in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uiterlijk op 15 maart 2024 dient de beslissen op het bezwaar. Die termijn loopt nu nog, maar zal worden overschreden. Immers, gebleken is dat de hoorzitting van de bezwaarcommissie op 2 april 2024 zal plaatsvinden. Aan de hand van het deskundigenadvies van Salude zal dan zo spoedig mogelijk een beslissing op het bezwaar moeten worden genomen. Nu verzoekers al zo lang op een besluit hebben moeten wachten mag van verweerder worden verwacht dat hij aan deze zaak prioriteit geeft, en binnen twee weken na de hoorzitting op het bezwaar beslist. Als verweerder onverhoopt niet binnen die termijn beslist, kunnen verzoekers beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Verwezen wordt naar artikel 6:12, eerste en tweede lid, van de Awb.