In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de gedeeltelijke afwijzing van haar aanvraag voor studiefinanciering over de jaren 2022 en 2023 behandeld. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. P. Folsche, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door P.M.S. Slagter, dat op 22 november 2022 studiefinanciering toekende voor een beperkte periode en op 23 december 2022 besloot om geen studiefinanciering voor 2023 toe te kennen. Eiseres stelt dat zij op het verkeerde been is gezet door informatie van DUO, wat haar heeft doen besluiten om de studiefinanciering stop te zetten.
De rechtbank heeft de zaak op 6 december 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Eiseres heeft aangevoerd dat zij recht had op studiefinanciering over 2023, omdat zij in de veronderstelling verkeerde dat zij geen aanspraak maakte op deze financiering, gebaseerd op informatie van DUO. De rechtbank oordeelt dat de herziening van de studiefinanciering zorgvuldig en op goede gronden tot stand is gekomen. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat zij op onjuiste informatie van de verweerder heeft vertrouwd.
De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond is, voor zover het betreft de ongegrondverklaring van het bezwaar tegen de herziening. Echter, het beroep is gegrond voor wat betreft de onvolledige toekenning, omdat eiseres geen procesbelang had. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit in dat opzicht en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.