ECLI:NL:RBDHA:2024:3832
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing visumaanvraag wegens onvoldoende sociale en economische binding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag tot het verlenen van een visum kort verblijf. De aanvraag werd door verweerder afgewezen op 24 februari 2023, en het bezwaar van eiseres werd op 14 september 2023 kennelijk ongegrond verklaard. Eiseres, geboren in 1972 en van Marokkaanse nationaliteit, had op 11 april 2023 een visum aangevraagd voor vriendenbezoek in Nederland. De rechtbank heeft het beroep op 1 februari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht twijfels heeft over het voornemen van eiseres om Nederland te verlaten voor het verstrijken van het visum. Eiseres heeft onvoldoende aangetoond dat zij sociale en economische binding heeft met Marokko. De rechtbank stelt vast dat de stellingen van eiseres over haar economische situatie en sociale binding niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank concludeert dat verweerder de aanvraag om deze redenen heeft mogen afwijzen en dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat er geen aanleiding was om eiseres te horen in bezwaar.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe en is openbaar gemaakt op 13 maart 2024.