In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Nigeriaanse man, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 2 april 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze is op 3 mei 2023 afgewezen. Eiser stelt dat hij biseksueel is en vreest voor vervolging in Nigeria vanwege zijn seksuele geaardheid. De rechtbank heeft het beroep op 29 januari 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet tijdig beroep heeft ingesteld, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Eiser doet een beroep op het arrest Bahaddar, waarin gesteld wordt dat in uitzonderlijke gevallen nationale procedureregels buiten toepassing kunnen worden gelaten als er sprake is van mensenrechtenschendingen bij uitzetting. De rechtbank concludeert echter dat er geen Bahaddar-omstandigheden zijn aangetoond. De rechtbank vindt de verklaringen van eiser over zijn biseksualiteit en de omstandigheden in Nigeria niet geloofwaardig. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn seksuele geaardheid en de bijbehorende risico's bij terugkeer naar Nigeria geloofwaardig zijn.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.