ECLI:NL:RBDHA:2024:4108
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardig relaas en overlastgeverstatus
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Algerijnse nationaliteit, had op 24 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 16 februari 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 18 maart 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris vertegenwoordigd was.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat de staatssecretaris de status van eiser als overlastgever heeft meegewogen in de beoordeling van zijn asielrelaas. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat deze status onterecht is en dat hij dubbel gestraft wordt voor zijn verleden. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiser terecht in twijfel heeft getrokken. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn ervaringen in Spanje en de bedreigingen die hij en zijn familie in Algerije hebben ondervonden.
De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris niet verplicht was om eiser opnieuw te horen over zijn psychische klachten, aangezien eiser geen medische onderbouwing heeft geleverd. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat de staatssecretaris geen extra tijd hoefde te bieden voor het overleggen van documenten, omdat eiser onvoldoende inspanningen heeft geleverd om identificerende documenten te verkrijgen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag, zonder vergoeding van proceskosten.