ECLI:NL:RBDHA:2024:420
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en voortvarend handelen in onderzoek naar Belgisch verblijfsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Surinaamse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was op 8 november 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op 5 januari 2024.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot 22 november 2023. De beoordeling van het voortduren van de maatregel is dus beperkt tot de periode na deze datum. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in het onderzoeken van zijn verblijfsrecht in België. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet heeft aangetoond dat hij een verblijfsrecht in België heeft en dat verweerder terecht geen rekening heeft gehouden met de enkele verklaring van eiser hierover.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder wel degelijk voortvarend handelt in de uitzetting van eiser naar Suriname. Er zijn acties ondernomen, zoals rappel bij de Surinaamse autoriteiten en een vertrekgesprek met eiser. Eiser heeft echter niet meegewerkt door niet te verschijnen bij het vertrekgesprek. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de bewaring van eiser onrechtmatig is. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Er is geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open.