Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris
Inleiding
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 2 februari 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 13 februari 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 18 maart 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschijnen, terwijl de staatssecretaris vertegenwoordigd is.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de correcties en aanvullingen van eiser niet op de juiste wijze heeft betrokken in de besluitvorming. Eiser had aangevoerd dat de correcties tijdig waren ingediend en dat de staatssecretaris ten onrechte stelde dat deze te laat waren. De rechtbank constateert dat de staatssecretaris niet adequaat heeft gereageerd op de correctie van de leeftijd van de dochter van eiser, wat leidt tot een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek in het bestreden besluit.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij de staatssecretaris wordt opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,00. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming en de noodzaak om alle relevante informatie van de aanvrager in overweging te nemen.