Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 maart 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Voor wat betreft de feitelijke overdracht heeft de staatssecretaris op de zitting gesteld dat de overdracht naar Duitsland over land zal plaatsvinden op [datum] 2024 en dat is ruim 6 weken na de uitgerekende datum van eiseres. Tot die tijd zal eiseres niet worden geconfronteerd met uitzettingshandelingen. Dit houdt in dat eiseres kan bevallen in Nederland en pas ruim zes weken na de uitgerekende bevallingsdatum aan Duitsland overgedragen zal worden. Dat het besluit niet in samenspraak met de gemachtigde van eiseres is genomen en de mogelijkheid tot overdracht niet met haar is besproken, leidt niet tot een onzorgvuldig besluit. Het bespreken van de (mogelijkheid tot) feitelijke overdracht is geen vereiste voor het nemen van een overdrachtsbesluit. Het feit dat de staatssecretaris volgens eisers in strijd met de WI 2023/12 heeft gehandeld door de overdracht zonder tussenkomst van hun gemachtigde te plannen, kan daarom niet raken aan de zorgvuldigheid van het overdrachtsbesluit.