ECLI:NL:RBDHA:2024:4293
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van vrijheidsbeperkingen opgelegd aan een asielzoeker in het kader van de Vreemdelingenwet
Op 27 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een asielzoeker, eiser, beroep heeft ingesteld tegen besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft de plaatsing van eiser in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en de oplegging van een maatregel van beperking van de vrijheid. Eiser, van Turkse nationaliteit, was eerder in de opvang van het COa en had zich schuldig gemaakt aan meerdere incidenten, waaronder agressief gedrag en bedreigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het COa terecht heeft besloten om eiser in de HTL te plaatsen, gezien de ernst van zijn gedragingen en de impact daarvan op de veiligheid van anderen. Eiser had op 15 februari 2024 de HTL vrijwillig verlaten, maar meldde zich op 16 februari 2024 opnieuw aan voor opvang. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde maatregelen proportioneel waren en dat er geen gronden waren om de besluiten van het COa en de staatssecretaris te vernietigen. Eiser had geen bezwaarschrift ingediend tegen de feitelijke handelingen, waardoor de rechtbank geen aanleiding zag om de staatssecretaris en het COa te veroordelen in de proceskosten. De beroepen van eiser zijn ongegrond verklaard.