In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2024, wordt het beroep van eiseres tegen een verkeersbesluit van 3 augustus 2022 beoordeeld. Dit verkeersbesluit houdt in dat de [straatnaam 1] en [straatnaam 2] zijn aangewezen als (woon-)erf. Eiseres, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, stelt dat de tijdelijke parkeerregeling/pilot die door verweerder is ingesteld, niet onder de reikwijdte van het verkeersbesluit valt en dat deze pilot een gedoogbeslissing is waartegen geen bezwaar en beroep mogelijk is. De rechtbank heeft op 2 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigden aanwezig waren, evenals de gemachtigden van verweerder.
De rechtbank concludeert dat de pilot geen onderdeel uitmaakt van het verkeersbesluit en dat de bezwaren van eiseres voornamelijk betrekking hebben op de uitvoeringsaspecten van de pilot. De rechtbank stelt vast dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft dat de pilot niet onder het verkeersbesluit valt en dat de pilot een gedoogbeslissing is. Eiseres heeft op de zitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen de aanwijzing van de [straatnaam 1] en [straatnaam 2] als (woon-)erf, wat de rechtbank bevestigt in haar beoordeling.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep tegen het verkeersbesluit ongegrond en het beroep tegen de pilot niet-ontvankelijk. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.